Schaal (verhouding)
De schaal is de verhouding tussen het originele object en de afbeelding ervan of het model.
[bewerk] Algemeen
De schaal is de vergrotings- of verkleiningsfactor. Deze wordt uitgedrukt in een breuk. Als het model 10 × kleiner is dan het origineel, dan is de (verkleinings)factor 0,1. Of anders geschreven 1⁄10, of nog anders 1 : 10. Deze laatste schrijf wijze is de meest gebruikelijke. De 'schaal' 1 : 10 geeft dus aan dat 1 cm van het model 10 cm van het origineel betreft.
Het is gebruikelijk de teller van de breuk de waarde 1 te geven, zoals hier boven in het voorbeeld is te zien. De noemer wordt dan ook wel het schaalgetal genoemd. In het bovenstaande voorbeeld is het schaalgetal 10. Een kleine schaal (en dus een groot schaalgetal) geeft een sterke verkleining weer van het origineel. Bij een vergroting is het schaalgetal kleiner dan 1, bijvoorbeeld 0,25. Men schrijft dan 4 : 1, omdat het is ongebruikelijk om in een breuk een decimale breuk als noemer te gebruiken. Samenvattend:
- schaal 1 : 1 betekent ware grootte
- schaal 1 : X betekent dat verkleind is afgebeeld
- schaal X : 1 betekent dat vergroot is afgebeeld
[bewerk] Schaal van kaarten
![De schaal van een kaart staat meestal in de legenda](../../../upload/thumb/b/bf/Schaal.jpg/300px-Schaal.jpg)
De termen grootschalig en kleinschalig verwijzen naar de breuk. Kleinschalig betreft een (relatief) grote verkleining. Grootschalig een (relatief) geringe verkleining. Bij kaarten: een schaal 1 : 25.000 is grootschalig en een schaal 1 : 10.000.000 is kleinschalig. Bedenk daarbij dat schalen breuken zijn. 1⁄25.000 is een groter getal dan 1⁄10.000.000
De schaal 1:100.000 betekent dat 1 centimeter op de kaart 1 kilometer in werkelijkheid is. (1 meter is 100 centimeter en dat 1000 keer). Een schaal van 1 : 10.000.000 is hiermee vrij handig uit te rekenen. 10.000.000 is 100 keer 100.000. Dat betekent dat 1 centimeter op de kaart 100 kilometer in werkelijkheid is.