Olievelden van Abadan
In het begin van de 20e eeuw werd er in de buurt van de Iraneese stad Abadan aardolie gevonden waarna de Iraneese regering in 1901 een olieconcessie uitschreef aan de Britse Australiër en investeerder, William Knox D'Arcy. Het Britse bedrijf Anglo-Persian Oil Company werd opgericht in 1909 om de olieconcessie van Knox D'Arcy over te nemen en de Abadan raffinaderij werd gebouwd. De eerste ruwe olie werd opgepompt nabij Masjed Soleyman en via een pijpleiding naar de Abadan raffinaderij gebracht. Het eerste deel van de raffinaderij werd operationeel in 1912 meet een capaciteit van 2500 vaten per dag. In maart 1912 werd de eerste afgewerkte olie geëxporteerd via de oliehaven Mahshahr. In 1938 was de raffinaderij 's werelds grootste.
[bewerk] De olievelden van Abadan en de Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren de geallieerde land-, zee- en luchtcomponenten uit het Midden-Oosten, Indische Oceaan en Indië volledig afhankelijk van de olie uit Abadan. Het was voor de geallieerden van strategisch belang dat het Duitse leger de Perzische olievelden niet zou bereiken. Het verlies van de Abadan olietoevoer kon niet worden opgevangen wegens het tekort aan Amerikaanse tankers en de continue aanvallen van Duitse duikboten op de geallieerde scheepskonvooien. Als uiteindelijk gevolg voorzag de chef van de Britse Imperiale Generale Staf (CIGS), Alan Brooke dat Egypte zou worden verloren en het bevel in de Indische Oceaan en de campagnes in Birma serieus worden bedreigd.
De geallieerden waren voor het behoud van de Abadan olievelden echter volledig afhankelijk van de weerstand die de Russen zouden bieden in de Kaukasus, het zuiden van de Sovjet-Unie. Alan Brooke meldde in zijn oorlogsdagboek tijdens een vlucht over de Kaukasus op 13 augustus 1942 dat de Russische antitank verdedigingslinies half afgewerkt waren en slecht werden opgesteld. De deur naar de Zuidelijke aanvoerroutes stonden voor het Duitse leger wagenwijd open.
Historici meldden later dat het voor de geallieerden een geluk bleek te zijn dat Hitler zich concentreerde op de inname van Stalingrad en Moskou in plaats van zijn volledige strijdmacht te richtten op de slechte verdedigde linies in het Kaukasusgebied. Bij de Slag om Stalingrad (in het noorden van de Sovjet-Unie) werd General-oberst Friedrich Paulus met 250.000 andere Duitsers ingesloten. Deze nederlaag was het kantelpunt aan het Oostfront waarbij de Duitsers het initiatief verloren en bijgevolg de olievelden van Abadan nooit zou bereiken.
[bewerk] Referentie
- War Diaries 1939-1945. Field Marshall AlanBrooke, ISBN 1-84212-526-5