Nederlands kabinet
Het Nederlandse kabinet draagt de naam van de voorzitter, die premier of minister-president wordt genoemd (bijvoorbeeld: kabinet-Balkenende). In een kabinet hebben ministers en staatssecretarissen zitting.
Inhoud |
[bewerk] Wat staat in de Grondwet
De Nederlandse Grondwet kent het begrip 'kabinet' niet, maar wel de begrippen regering en ministerraad. De regering, zoals omschreven in artikel 42, bestaat uit de Koning (nu Koningin Beatrix) en de ministers, waarbij de Koning onschendbaar is en de ministers de verantwoordelijkheid dragen. Artikel 45 stelt dat de ministers (zonder hun staatssecretarissen) met elkaar de ministerraad vormen, waarvan de minister-president (eerste minister) de voorzitter is. "De ministerraad beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en bevordert de eenheid van dat beleid". (Art. 45, lid 3).
[bewerk] Eerste kabinet in 1848
Pas sinds 1848 kent Nederland kabinetten. Daarvoor waren de ministers op de eerste plaats dienaren van de koning die slechts zelden gezamenlijk vergaderden. Pas in 1842 werd er een geregelde kabinetsvergadering in het leven geroepen. In 1848 werd voor het eerst een kabinet geformeerd.
Het kabinet is een erg oud begrip waarmee de adviseurs van de koning die in een klein vertrek, "kabinet" genaamd, bijeen kwamen. Deze bijeenkomste in de privé vertrekken van een vorst zijn de wieg van de ministerraden. In de loop van de 18e eeuw kwamen de Engelse kabinetten steeds vaker zonder hun koning bijeen omdat deze òfwel in Hannover was of geen Engels sprak. Omdat het Engelse Staatsrecht het staatsrecht in andere landen beinvloede is ook hier het begrip "kabinet" veel gebruikt.
De kabinetten hadden tot 1888 nauwelijks een duidelijk politiek gezicht. Sommige ministers bemoeiden zich bovendien vooral met hun eigen departement. De ministers van Oorlog en Marine, van Buitenlandse Zaken en van Waterstaat waren veelal specialisten zonder politieke voorkeur. Op Oorlog en Marine werden bijna altijd officieren benoemd, op Buitenlandse Zaken vaak een diplomaat en op Waterstaat meestal een ingenieur.
[bewerk] Kabinet en verkiezingen
Pas na 1888, toen er vierjaarlijkse verkiezingen kwamen, en er ook partijen waren ontstaan, kregen kabinetten een duidelijke politieke kleur.
De minister-president wordt bij koninklijk besluit (KB) benoemd en ontslagen, evenals de overige ministers en de staatssecretarissen. Elke minister geeft leiding aan een per koninklijk besluit ingesteld ministerie, hoewel het ook mogelijk is dat een enkele minister niet belast is met de leiding van een ministerie. Een staatssecretaris beheert meestal een deel van de portefeuille van een minister en kan op diens verzoek optreden namens de minister.
Een Kabinet 'treedt aan' en wordt 'geïnstalleerd'. Ministers en staatssecretarissen leggen bij hun ambtsaanvaarding tegenover 'de Koning' de eed of verklaring en belofte van zuivering af, en zweren of beloven trouw aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van hun ambt (Art. 49 van de Grondwet).
Sinds 1945 zijn er 25 kabinetten aangetreden, onder voorzitterschap van in totaal 14 verschillende premiers. De premier die de meeste kabinetten heeft voorgezeten was Willem Drees Sr.. Tussen 1948 en 1958 was hij minister-president. De langstzittende premier was overigens Ruud Lubbers, die van 1982-1994 als voorzitter van 3 kabinetten 12 jaar lang minister-president was. Lubbers heeft ook het record van het langstzittende naoorlogse kabinet: Lubbers III was 1749 dagen in functie. Het langstzittende kabinet ooit was het kabinet-Heemskerk met 2025 dagen.
[bewerk] Zie ook
- Nederland - Kabinetsformatie
- Politieke partijen in Nederland
- Nederlandse kabinetten tot en met de Tweede Wereldoorlog
- Nederlandse kabinetten sinds WO II
- Demissionair
- Rompkabinet
[bewerk] Externe links
- Uitputtende informatie over kabinetten door de eeuwen heen. Met biografieen van bewindslieden.
- Onderzoeksgids archieven van bewindslieden van het Nationaal Archief
Bron(nen): |
|