Nachtkat
Nachtkat IUCN-status: Kwetsbaar |
|||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
|
|||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Oncifelis guigna Molina, 1782 |
De nachtkat of kodkod (Oncifelis guigna) is een schuwe katachtige uit Chili en Argentinië. Het is de kleinste Zuid-Amerikaanse katachtige. Hij is nauw verwant aan de Geoffroykat, en de twee soorten worden van elkaar gescheiden door de Andes.
De nachtkat heeft een grijze tot okerbruine vacht, bedekt met donkere vlekken. Ook geheel melanistische dieren komen voor. De staart is geringd. De flanken zijn lichter van kleur en de onderzijde is wittig. Over de keel loopt en duidelijke donkere streep. Het gezicht is voornamelijk onbevlekt. De nachtkat verschilt van de Geoffroykat door de dikkere staart en de kleinere kop. Hij wordt 40 tot 52 centimeter lang en twee tot drie kilogram zwaar. De staart is 17 tot 25 centimeter lang.
De nachtkat komt voor in koude en gematigde bossen en open, met bomen begroeide streken in Centraal- en Zuid-Chili en West-Argentinië, van de voet van de Andes tot de boomgrens op 2500 meter. Het is de enige katachtige op het eiland Chiloe. De nachtkat is voornamelijk algemeen in vochtige gemengde wouden met een rijke ondergroei van onder andere bamboe, maar komt ook in andere bostypen voor, totaan de rand van landbouwgebieden.
Het is een solitair nachtdier dat jaagt op vogels, hagedissen en kleine zoogdieren als muizen en ratten. Het is een goede klimmer. Hij vangt zijn prooi zowel op de grond als in bomen. Waarschijnlijk is hij ook overdag actief, maar meestal blijft hij overdag schuil tussen hoge grassen en kruiden.
Door zijn verborgen leefwijze is over de soort weinig bekend. Zijn verborgen leefwijze heeft de soort beschermd tegen de pelsjacht. Door zijn beperkte verspreidingsgebied vormt habitatvernietiging echter wel een belangrijke bedreiging.