Martinitoren
De Martinitoren, gelegen aan de Grote Markt, is de bekendste en hoogste toren van de stad Groningen. De toren behoort bij de Martinikerk.
De stadjers hebben hun toren de naam d' Olle Grieze gegeven, Gronings voor de oude grijze (toren). De Martinitoren was tot 29 november 2006 dagelijks te beklimmen om boven van het uitzicht over Groningen te genieten. Momenteel worden er oplossingen gezocht om de veiligheid van de toren te vergroten om hiermee de kans op ongelukken en zelfdodingen te verkleinen.
[bewerk] Geschiedenis
Op de plaats van de huidige Martinitoren stond tweemaal eerder een toren. In de 13e eeuw werd de eerste gebouwd. Deze was ongeveer 30 meter hoog en geheel in Romaanse stijl. Door een blikseminslag werd deze toren vernietigd. In de 15e eeuw kwam een tweede toren tot stand. Deze was ongeveer 45 meter hoog. Ook deze toren werd door een blikseminslag verwoest.
De derde (en huidige) toren verrees tussen 1469 en 1482 en werd gebouwd uit blokken Bentheimer zandsteen. Deze toren was aanvankelijk hoger dan tegenwoordig, volgens de meest optimistische schatting 127 meter. In dat geval zou zij de hoogste toren van Europa zijn geweest. Door het ontsteken van vreugdevuren op de derde trans, na het vertrek van Spaanse en Waalse troepen in 1577, vatte het bouwwerk vlam en stortte gedeeltelijk in. Er bleef een hoogte van 69 meter bewaard. In de 17e eeuw werd de toren hersteld tot de huidige 97 meter hoogte.
Later is de toren nog meerdere malen beschadigd geraakt door natuurgeweld en diverse oorlogen. Zo is in een van de klokken nog altijd een kogelgat te zien, ontstaan bij de bevrijding van Groningen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog.
Het front van de toren bevat boven de ingang drie beelden: de blinde Bernlef, Sint Martinus en Rudolf Agricola. Alle drie zijn mannen die verbonden zijn aan de geschiedenis van Groningen. Naar verluidt heeft de toren een fundering van slechts drie meter diep.
[bewerk] De Klokken
In de Martinitoren hangt een machtig gelui, het grootste in Nederland na dat van de Domtoren in Utrecht. Het bestaat uit twaalf klokken.
Drie grote klokken zijn in 1577 en 1578 gegoten door Hendrick van Trier. De grootste hiervan, met een gewicht van 7850 kilo en een diameter van 2,23 meter, wordt de Salvator genoemd. De andere twee, de grote en de kleine Borgerklok, wegen respectievelijk 4200 en 3400 kilo.
Eeuwenlang hebben deze klokken vreugde en leed, oorlog en vrede aangekondigd. Na een malariaepidemie in 1826 (Groninger ziekte) werd het dagelijks luiden van de klokken afgeschaft. Sinds 1982 luidt het Groninger Klokkenluiders Gilde iedere zondag en op bijzondere dagen met de hand de klokken.
In 1994 is een nieuwe klok, De Kromstaart, geïnstalleerd. Deze op een na grootste klok weegt 5550 kilo en heeft een doorsnede van ongeveer 2 meter. Op deze klok staat het volgende rijm:
- Kromstaart mag men mij noemen,
- de Groningers zal ik roemen,
- want volk van Stad en Land,
- schonk mij met milde hand
- 1040-1990 Groningen stad 950 jaar.
In 1994 werden ook de vier klokken van het Nieuwe Stadhuis, dat toen gesloopt werd, overgeplaatst naar de toren. Ten slotte, om het oorspronkelijke gelui van de Martinikerk te completeren, werden in 1995 vier klokken gegoten door de Koninklijke Klokkengieterij Eijsbouts in Asten.
Vlakbij het gat aan de zijde van de Grote Markt, hangt nog een historische klok, de Ruimstraatklok van 900 kilo. Deze valt echter buiten het geluid omdat de stemming niet bij de overige klokken past.
[bewerk] De Beiaard
De beiaard van de Martinitoren is in 1662 gegoten en besloeg oorspronkelijk twee octaven. Sinds een recente restauratie en uitbreiding omvat de beiaard 4 octaven en 49 klokken. Ook voegde men nog vijf discantklokjes en twee grote klokken toe die ook de uur- en halfuurslag doen klinken. Het luidwerk wordt tot de mooiste van Europa gerekend.