Knippa
| Knippa | |||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 |
|||||||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
| Soort | |||||||||||||||||||
| Melicoccus bijugatus |
De knippa (Melicoccus bijugatus) is een fruitboom uit de zeepboomfamilie (Sapindaceae) die inheems is in een groot gedeelte van de Amerikaanse tropen: in Midden-Amerika, Colombia, Venezuela, Suriname en de Cariben. De naam knippa komt uit het Sranan, voordat deze naam in Nederland en België ingebrugerd raakte stonden de vruchten onder hun Spaanse naam quenepa bekend.
De boom is tot 30 meter hoog met een dikke stam. In droge tijden kan de boom zijn blad verliezen. De samengestelde, afwisselend geplaatste bladeren worden 15 - 20 cm lang. De bladeren bestaan uit uit vier tegenoverstaande deelblaadjes. Deze deelblaadjes zijn 7 - 12 cm lang en 3 - 5 cm breed. De 6 - 8 mm brede, groenwitte bloemen staan in eindstandige bloeiwijzen.
De plant wordt gekweekt voor zijn ronde of ovale, circa 4 cm grote vruchten, die in trossen groeien. De vruchten rijpen gedurende de zomer. De vrucht lijkt op de verwante lychee. De dunne, groene, leerachtige schil kan met de hand verwijderd worden, waarna het gele of roze vruchtvlees tevoorschijn komt. Het weinige vruchtvlees zit vast aan een grote, blanke, ovale pit. De smaak varieert van zuur tot zoet. Er wordt geprobeerd om rassen met kleinere pitten en meer vruchtvlees te ontwikkelen.
In Nederland wordt de vrucht vooral verkocht in tropische winkels en op markten door Surinaamse Nederlanders.
