Katoenplant
Katoenplant | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Gossipium barbadense |
|||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
geslacht | |||||||||||||||||
Gossypium L. (1753) |
Verschillende soorten uit het geslacht Gossypium leveren katoen. De planten zijn afhankelijk van de soort eenjarige of overblijvende (half)struiken.
Op het zaad komt een zeer korte eencellige vezel, zaadpluis, voor die niet van het zaad verwijderd kan worden en niet geschikt is voor het maken van katoendraad. Deze vezels zijn geheel gevuld met cellulose.
Daarnaast komen lange eencellige vezels op het zaad voor, die makkelijk van het zaad loslaten. Deze cellen zijn niet geheel gevuld met cellulose waardoor ze bij het drogen krimpen. De cellulose in deze vezels is spiraalsgewijze gevormd, waardoor de vezel gedraaid is. Door deze twee eigenschappen kan de vezel gesponnen worden tot katoendraad.
Bij sommige rassen is de korte vezel helemaal verdwenen en is alleen nog de lange vezel aanwezig.
De teelt vindt plaats in de tropische en subtropische gebieden van Noord-Amerika, Mexico, Afrika, Azië en Australië.
Voor de teelt van katoen worden de volgende soorten gebruikt:
- Gossypium herbaceum in Azië
- Gossypium arboreum in Azië
- Gossypium barbadense in Peru en Egypte
- Gossypium hirsutum in de Verenigde Staten en Australië
Tegenwoordig wordt alleen witgekleurde katoen geteeld, maar er komt ook katoen voor waarvan de kleur bruin of groen is:
- De soort Gossypium tomentosum komt van nature voor op Hawaï en heeft korte bruine vezels, die echter ongeschikt zijn voor de spinnerij.
- Er zijn ook soorten, die geen katoenvezel, maar alleen zaadpluis leveren zoals Gossypium thurberi.
Bloem met hommel |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden in de categorie cotton van Wikimedia Commons. |