Jan van Casembroot
Jan van Casembroot [ook: Jehan de Casembroot] (Brugge, ca. 1525 - Vilvoorde, 14 september 1568) was een Zuid-Nederlandse edelman en dichter.
[bewerk] Levensloop
Jan van Casembroot (heer van Bekkerzeel, Zellik, Kobbegem, Berchem en Fenain) was afkomstig uit een Brugs regentengeslacht, oorspronkelijk uit Piemonte; zoon van de Brugse burgemeester Lena(e)rt Casembroot (1495 - 1558) en gehuwd met Willemina van Bronckhorst.
Hij was de secretaris van de graaf van Egmont en sloot zich aan bij het Verbond der Edelen in welke hoedanigheid hij op 5 april 1566 aan de landvoogdes Margaretha van Parma het Smeekschrift aanbood, waarin voor verdraagzaamheid in geloofsaangelegenheden werd gepleit.
Ofschoon trouw aan het katholicisme, toonde hij zich zich een fel tegenstander van kardinaal Granvelle en van de Beeldenstorm (10 augustus 1566).
Door de graaf van Egmont tot gouverneur van Oudenaarde benoemd, wist hij de rust in deze stad te herstellen. In de overeenkomst die hij met de calvinisten sloot, ging hij evenwel verder dan de toegevingen van de landvoogdes in het Akkoord van 25 augustus 1566 (staking van het geloofsonderzoek).
Van Casembroot werd samen met Egmont gearresteerd (september 1567) en na folteringen op 9 augustus 1568 door de Raad van Beroerten o.l.v. van de hertog van Alva ter dood veroordeeld en op 14 september te Vilvoorde onthoofd.
Van hem zijn enkele Latijnse gedichten uitgegeven die getuigen van een humanistische vorming.