Indische rubberboom
Indische rubberboom | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
soort | |||||||||||||||||||
Ficus elastica |
|||||||||||||||||||
De Indische rubberboom (Ficus elastica) is een tot 30 meter hoge boom. De stam is kort en wordt doorgaans omringd door talrijke houtachtige luchtwortels. De twijgen groeien vaak meters zonder te vertakken.
De bladeren zijn afwisselend geplaatst, ovaal, kaal, tot 35 cm lang, leerachtig, stijf en kort toegespitst. Jonge bladeren zijn tot een lange punt opgerold en zijn omgeven door een roodachtige, vliezige schede. De bladeren hebben een opvallende hoofdnerf en zeer dunne zijnerven.
De bloemen zijn zeer klein en worden omsloten door een structuur, die op een vrucht lijkt. De vruchten zijn tot 2 cm lang, eivormig en worden rood tijdens rijping.
De Indische rubberboom is inheems van Assam in India tot op Java. Hij wordt overal in de tropen aangeplant.
Tot het begin van de twintigste eeuw werd de Indische rubberboom veel in plantages gekweekt, voor de winning van rubber. Nu is hij voor die functie volledig verdrongen door de Braziliaanse rubberboom (Hevea brasiliensis). De plant wordt tegenwoordig wel veel als kamerplant gehouden. Er zijn bontbladige cultivars ontwikkeld die vaak worden gehouden.
Indische rubberboom aangeplant in Bogota |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Ficus elastica op Wikimedia Commons. |