Gijsbertus Boel
Gijsbertus Boel (1915 - 1975) was een Nederlands geweldsslachtoffer.
In Rotterdam kende men de zestigjarige gepensioneerde machinist als een stil teruggetrokken man. Dit kwam grotendeels door zijn homoseksuele aard.
Van enkele homovrienden van hem, hoorde de politie dat hij soms wel eens jonge gastarbeiders mee naar huis nam voor een avondje slapen. Ditmaal was zo'n avondje hem fataal geworden, want hij werd dood aangetroffen in zijn kelder. Zijn hals was voor de helft doorgesneden.
Volgens buren was Gijsbertus Boel voor het laatst in leven gezien met een jongeman van ongeveer 25 jaar, van buitenlandse afkomst. De jongeman sprak gebrekkig Duits en stelde zich voor met de naam "Kiri". Gijsbertus Boel had tegen zijn vrienden gezegd: "Kijk, daar heb je mijn Turk.". De politie geloofde daarom dat de jongeman een Turkse gastarbeider was.
Men vond in de woning van Gijsbertus een foto van de jongeman. Maar het werd moeilijker zoeken dan gedacht. Tussen een paar Turkse gastarbeiders kende niemand de jongeman. En sommigen mensen beweren dat jongeman geen Turk is, maar een Marokkaan of een Italiaan, een Pakistaan, een Indonesiër, een Iranees of een Siciliaan met de naam "Stefano", die in Duitsland gezocht werd.
De identiteit van de mysterieuze Kiri kwam uiteindelijk vast te staan toen ze in de woning van Gijsbertus Boel een sollicitatiebrief vonden in het Turks. Men kwam uiteindelijk een jonge Turkse man, in België, op het spoor met de naam Mehmet op het spoor die sprekend leek op de jongeman. Na een verhoor bekende de jongeman dat hij Gijsbertus Boel had vermoord. Kiri zei dat hij erin was geluisd door Boel die hem had gezegd dat hij werk voor hem had. Toen hij er uiteindelijk achterkwam dat hij het om seksuele 'diensten' ging, wees Mehmet deze meteen van de hand. Er volgde een hoog oplopende ruzie en in zijn drift stak Mehmet de zestigjarige man met een mes uit de keukenlade.
Mehmet werd veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf en werd daarna teruggestuurd naar Turkije.