Gewone spurrie
| Gewone spurrie | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 |
||||||||||||
| Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
| Soort | ||||||||||||
| Spergula arvensis | ||||||||||||
 |
De gewone spurrie (Spergula arvensis) is een eenjarige plant uit de anjerfamilie (Caryophyllaceae), die van nature voorkomt in Europa. Het is een bleekgroene plant van 5 tot 70 cm hoog die op droge zandgrond groeit. Hij is enigszins kleverig en heeft vertakte stengels waaraan de blaadjes schijnbaar in kransen zijn geplaatst.
De gewone spurrie komt in het wild voor, maar werd vroeger ook veel verbouwd op arme zandgrond voor veevoer. Rond 1900 werd er in Nederland 3600 ha als stoppelgewas van verbouwd, vaak na rogge. Voor groenbemesting is er ook reuzenspurrie (Spergula maxima of Spergula arvensis ssp. arvensis var. maxima), die grovere stengels heeft. Spurrie kan gezaaid worden van eind juli tot eind augustus, maar reuzenspurrie tot half augustus.
[bewerk] Bloem
De gewone spurrie heeft een witte bloem met een doorsnede van 4 tot 7 mm. Er zijn vijf kroonblaadjes, die iets langer zijn dan de kelkblaadjes en meestal 10 meeldraden.
[bewerk] Bloeiwijze
De plant bloeit in vertakte bijschermen van juni tot september.
[bewerk] Blad
Het blad is 1 tot 3 cm lang en is lijnvormig met een lengtegroef aan de onderzijde. Er zijn vliezige steunblaadjes.
[bewerk] Vrucht
De plant draagt een doosvrucht van 5 mm lang. De sterk gewelfde zaadjes zijn bruin-zwart van kleur en hebben een zeer smalle vleugelrand. Duizend zaden wegen 1 tot 2 gram.
[bewerk] Buitenlandse namen
- Duits: Feldspark
- Engels: Corn spurry, Corn spurrey
- Frans: Espargoutte des champs
[bewerk] Externe link
- SoortenBank.nl beschrijving en afbeeldingen
