Franz von Suppé
Franz von Suppé (Spalato, 18 april 1819 – Wenen, 21 mei 1895), eigenlijk Francesco Ezechiele Ermenegildo, cavaliere Suppé Demelli, was een Oostenrijks componist die vooral operettes schreef.
Von Suppé werd geboren te Spalato (Split), in het huidige Kroatië, als zoon van een Belgische vader en een Oostenrijkse moeder. Hij was een neef (oomzegger) van de operacomponist Gaetano Donizetti.
Hij begon zijn carrière als dirigent in Wenen. Als zodanig stond hij eerst in het Josephstädter Theater en was vanaf 1865 verbonden aan het Carltheater (Theater in der Leopoldstadt) in Wenen. In de tussentijd heeft hij ook nog in Presburg (Bratislava) gedirigeerd en in het Theater an der Wien (tot 1862).
De stijl van Von Suppé's werken is licht en elegant. Zijn ouverture Dichter und Bauer uit 1846 geniet nog altijd grote populariteit, evenals de operette Leichte Kavallerie uit 1866. Sowieso hebben vooral Suppé's aanstekelijke ouvertures repertoire gehouden.
[bewerk] Operettes
Enkele eveneens bekende werken van hem zijn:
- Der Bandit (1848)
- Pique dame (1864)
- Banditenstreiche (1867)
- Boccaccio (1879)
