Emotionele intelligentie
Emotionele intelligentie, gemeten met de index EQ, is een tegenhanger van het IQ. Het begrip kwam in 1995 onder de aandacht, toen het gelijknamige boek van de Amerikaan Daniel Goleman verscheen. De hype is sindsdien overgewaaid maar het begrip EQ is bij velen blijven hangen.
Meer dan een wetenschappelijke methode is het gedachtegoed rond het EQ een levensbeschouwelijke doctrine die probeert te achterhalen welke mensen emotioneel het best zijn toegerust om maatschappelijk succes te bewerkstelligen en stilzwijgend aanneemt dat aan die mensen een voorbeeld moet worden genomen.
EQ-tests worden nog steeds gebruikt als onderdeel van personeelsselectie. Daarbij staat voorop dat niet alleen kennis maar ook empathie belangrijk is voor het succesvol functioneren in een organisatie. Logische beslissingen botsen immers vaak met emoties, spanningen en gevoeligheden. Een EQ-test probeert daarom antwoord te geven op vragen als:
- hoe gaat iemand om met de emoties van zichzelf of de anderen?
- hoe reageert iemand op situaties waaraan hij of zij niets kan veranderen?
Hoewel het onduidelijk is wat een EQ test precies meet, komt het er grofweg op neer dat iemand met een bijzonder laag EQ als eigengereid kan worden omschreven, terwijl iemand met een hoog EQ conformistischer is aangelegd. EQ-voorvechters beweren dat iemand met een hoog EQ empathischer en daarom succesvoller is. Critici van de doctrine betwisten niet dat mensen met een hoog EQ maatschappelijk succesvoller kunnen zijn, maar stellen dat dit meer te maken heeft met een amorele meelopermentaliteit dan met empathie.
[bewerk] EQ gebruikt als assessment
Volgens sommigen is de achterliggende gedachte bij het gebruik van het EQ voor personeelsselectie dat werknemers vaak gefrustreerder zijn over het feit dat leidinggevenden niet tonen dat ze naar hen willen luisteren en hen willen begrijpen, dan over het feit dat ze hun zin niet krijgen.
Volgens anderen zal de correlatie tussen een goede EQ competentietest en resultaten op het werk 50% of meer bedragen en vertonen hogere leidinggevenden een beduidelijk hogere score op vragenlijsten die EQ competenties meten.
De waarde van een EQ-test is, meer nog dan die van een IQ-test, omstreden. Het EQ is geen exact meetbare eigenschap. Het correct gebruik van een EQ-test bestaat er daarom in dat men moet nagaan hoe de personen die goed scoren op de werkvloer scoren op de EQ-test.
Ook zijn er meetproblemen: de instrumenten die EQ-competenties meten, leveren enkel betrouwbare resultaten op als ze gebruikt worden volgens een 360° feedback methode. Deze methode, waarbij ook collega's gevraagd wordt om het gedrag van de geteste persoon in te schatten is per definitie niet bruikbaar bij personeelsselectie, maar enkel bij assessment van werknemers die reeds enige tijd in dienst zijn. Het is daarom meer aangewezen om bij personeelsselectie de attitude van medewerkers te testen.
[bewerk] Literatuur
- Robert K. Cooper met Ayman Sawaf: Werken met EQ: Emotionele Intelligentie in bedrijf en praktijk (A.W.Bruna Uitgevers, 1997)
- Daniel Goleman: Emotionele Intelligentie - Emoties als Sleutel tot Succes (Uitgeverij Contact, 1996)
- Patrick Merlevede & Rudi Vandamme: 7 lessen in Emotionele Intelligentie (Uitgeverij Garant, 1999)
- Ludo Abicht: Intelligente emotie (Uitgeverij Houtekiet, 2001)