Edict van Milaan
Het Edict van Milaan uit 313, is een decreet van Licinius en Constantijn de Grote, de twee heersers van het Romeinse rijk, waarin staat dat de Romeinse burgers vrij zijn zelf hun religie te kiezen en te belijden. Hiermee kwam een eind aan de christenvervolgingen. Het initiatief voor dit edict ging uit van Licinius, maar zou later toegeschreven worden aan Constantijn - die het edict slechts tekende uit collegialiteit - die als overwinnaar uit hun tweestrijd kwam.
De originele tekst zelf is niet bewaard gebleven, maar Lactantius haalt in zijn boek De mortibus persecutionibus (hoofdstuk 38 en 45) grote delen van deze originele tekst aan. Onder meer staat er in dat alle bezittingen, gebouwen en grond die van de Rooms-Katholieke Kerk en de christenen geroofd zijn terug gegeven zullen worden. Verdere inhoud komt deels overeen met het uit 311 stammende Edict van Nicomedia, door keizer Galerius. Beide edicten stammen uit het pontificaat van paus Miltiades.