De zeven edelen
De zeven edelen zijn fictieve personages uit De reis van het drakenschip van de Kronieken van Narnia door C.S. Lewis.
De zeven edelen zijn vrienden van koning Caspian IX van Narnia. Miraz, de slechte oom van Caspian X, heeft ze opdracht gegeven de zee in het oosten te onderzoeken, in de hoop dat hij van ze af is. Na zijn troonsbestijging gaat Caspian X met het Drakenschip naar ze op zoek omdat hij dat aan Aslan had beloofd.
Bern woont op het eiland Avra, een van de Verlaten Eilanden. Op het nabijgelegen eiland Felimath ziet hij Caspian in de handen van de slavenhandelaar en besluit hem vrij te kopen. Caspian maakt daarna een einde aan de slavenhandel en vervangt de gouverneur van de Eilanden door Bern, die de titel Hertog krijgt.
Octesian blijkt gestorven te zijn op het Drakeneiland. Hij is misschien in een draak veranderd of door een draak verscheurd. Zijn armband wordt gevonden in het hol van een draak.
Restimar wordt als gouden standbeeld gevonden op de bodem van het meer van het eiland dat vervolgens Doodwater werd genoemd. Alles wat in dit meer terechtkomt, verandert in goud. Kennelijk was Restimar in het dodelijke meer gaan zwemmen. De naam Restimar kan betekenen: rust in meer.
Rhoop wordt gevonden als het schip bij het Donkere Eiland komt. Dat is het eiland waar dromen waar worden, en Rhoop smeekt om van dat eiland te mogen vertrekken.
Revilian, Argoz en Mavramorn worden op het Eiland van Ramandu gevonden. Ze zijn in een toverslaap gebracht. Ze kunnen tot leven worden gewekt als Caspian verdervaart en iemand achterlaat. De vrijwilliger is Rippertjiep, die er hevig naar verlangt het Land van Aslan te zien. De naam Revilian doet denken aan: reveille.
|
|
---|---|
Boeken: 1 Het neefje van de tovenaar | 2 Het betoverde land achter de kleerkast | 3 Het paard en de jongen | 4 Prins Caspian | 5 De reis van het drakenschip | 6 De zilveren stoel | 7 Het laatste gevecht |
|