Constructieve onderwijspolitiek
Constructieve onderwijspolitiek is een begrip van Idenburg uit 1970. Het onderwijsbeleid in Nederland is tot de jaren 70 teveel op het (her)verdelen van middelen over scholen gericht (allocatie). Problemen als geografisch en sociale ongelijkheid en vernieuwingen werden te weinig aangepakt. Een constructieve onderwijspolitiek betekent dat de (nationale) overheid zich moet laten leiden door uitgesproken doelen en een innovatiestrategie. De Mammoetwet uit 1968 was een goed voorbeeld van deze onderwijspolitiek. In grote lijn kan je het huidige onderwijsbeleid (2006) ook constructief nomen.[1]
[bewerk] Referenties
- ↑ Idenburg, Ph.J. (1970) Naar een constructieve onderwijspolitiek, Pedagogische Studiën.