Chloordiazepoxide
Chloordiazepoxide | ||
2,5-diazabicyclo[5.4.0]undeca- 1,6,8,10-tetraen-3-imine |
||
|
||
Metabolisatie: | Hepatisch | |
Halfwaardetijd: | 5-25 uur | |
Uitscheiding: | Renaal | |
|
||
Toediening: | Oraal, parenteraal | |
|
||
Zwangerschapscat.: | D (USA) | |
|
||
CAS nummer: | 58-25-3 | |
ATC code : | N05BA02 | |
PubChem: | 2712 | |
DrugBank: | APRD00682 | |
|
||
Formule: | C16H14ClN3O | |
Molecuulgewicht: | 299,8 g/mol |
Chloordiazepoxide (librium) is een medicatie dat wordt voorgeschreven bij alcoholverslaving. Bij inname van alcohol worden de prikkels in de hersenen gedempt. Bij het plotseling stoppen met alcoholgebruik worden de prikkels niet meer geremd. Hierdoor kunnen de hersenen meer prikkels te verwerken krijgen dan dat ze aankunnen.
Alcohol werkt zowel lichamelijk als geestelijk verslavend. Bij onthouding van alcohol kunnen hierdoor ontwenningsverschijnselen ontstaan. Voorbeelden hiervan zijn trillen, zweten, wisselend warm en koud hebben, een delirium krijgen of een epileptisch insult (onthoudingsinsult). Chloordiazepoxide zorgt ervoor dat de prikkels in de hersenen gedempt blijven, nadat iemand (plotseling) gestopt is met alcohol gebruiken. Het zorgt ervoor dat de ontwenningsverschijnselen van alcoholgebruik zo veel beperkt blijven. Het neemt echter niet alle ontwenning weg.
Er wordt, als iemand start met chloordiazepoxide te gebruiken, meestal een schema opgesteld, waarmee iemand binnen 2 weken gestopt is met het gebruik van chloordiazepoxide. Als het langer wordt gebruikt, kan ook de medicatie verslavend werken.