Charles George Gordon
Charles George Gordon, Brits officier en legeringenieur (1833-1885), die vooral bekend is geworden om zijn rol bij de onderdrukking van de Taiping-opstand en zijn strijd tegen de Soedanese Mahdi, waarbij hij te Khartoem zou sneuvelen.
Hij streed als Brits officier in de Krimoorlog (1852-1855) en de Tweede Opiumoorlog (1860). Hij bleef vervolgens in China dienen en werd verzocht de leiding op zich te nemen van een uit Europeanen samengesteld leger, dat Sjanghai moest verdedigen tegen de oprukkende Taiping-rebellen. Vanwege zijn successen werd dat leger wel het "Altijd Zegevierende Leger" genoemd. Na een conflict met de keizerlijke gouverneur van de provincie Jiangsu verliet hij China.
In 1874 nam hij een aanbod aan van de khedive (onderkoning) van Egypte om in Egyptische legerdienst te treden. Spoedig daarop wordt hij benoemd tot gouverneur-generaal van Soedan, een gebied dat de Egyptenaren met moeite onder de duim hielden. Gordons belangrijkste, zelfopgelegde missie: onderdrukking van de slavenhandel door Arabieren. Eind 1879 keerde hij terug naar Engeland en was tot eind 1883 weer werkzaam voor Groot-Brittannie, ondermeer als gouverneur van Mauritius. In 1882 maakte Groot-Brittannie zich meester van Egypte, en daarmee van de Soedan. In januari 1884 werd Gordon opnieuw gouverneur-generaal van de Soedan, nu met de speciale opdracht de Egyptische troepen en hun families terug te loodsen naar Egypte omdat de Soedan steeds meer in de greep raakte van een opstandige nationalistische beweging onder leiding van Mahdi. In maart 1884 begonnen de troepen van de Mahdi de belegering van Khartoem, in augustus werd in Engeland duidelijk dat Gordon en de Egyptische troepen niet door de belegering heen konden breken. Een reddingsexpeditie vertrok onder commando van Gordons vriend generaal Garnet Wolseley en raakte verwikkeld in een race tegen de klok om Khartoem te bereiken voordat alle voedselvoorraden daar uitgeput waren. De voorhoede arriveerde twee dagen te laat, op 28 januari 1885. Op 26 januari waren de Mahdisten door de omwalling en de mijnenvelden gebroken. Gordon kwam om bij de verdediging, bijna 10.000 burgers en soldaten werden door de Mahdisten op gruwelijke wijze vermoord. Het Algemeen Handelsblad van 6 februari 1885 schreef: "Wij hebben in geen jaren zulk een treurige tijding in ons blad gemeld." Vijf dagen eerder noemde dezelfde krant Gordon "de grootste held van zijn tijd".
Gordons dood zou de oorzaak vormen van de val van het tweede kabinet Gladstone in Groot-Brittannië.
Eind 1898 werd Gordon gewroken toen een Brits-Egyptisch leger onder Herbert Kitchener de Mahdisten bij Omdurman versloeg. Tot 1954 bleef de Soedan Brits.
