Char D3
| Char D3 | |
|---|---|
| Algemene kenmerken | |
| Bemanning | / |
| Lengte | 5 m |
| Breedte | 2,34 m |
| Hoogte | 2,3 m |
| Gewicht | 10,1 ton |
| Pantser en bewapening | |
| Pantser | 22 mm |
| Hoofdwapen | 47 mm kanon |
| Secundaire bewapening | 2x 7,5 mm machinegeweer |
| Mobiliteit | |
| Motor | V-6 120 pk dieselmotor |
| Snelheid (op de weg) | 32 km/h |
| Rijbereik | 150 km |
De Char D3 was een Frans tankproject van voor de Tweede Wereldoorlog.
[bewerk] Ontwikkeling
Zowel in het Plan 1922 als het Plan 1926, de beide ontwikkelingsprogramma's voor tanks bij de Franse Infanterie in de Jaren Twintig, was voorzien in de bouw van een Char Colonial.
In 1922 werd dit type nog gezien als een algemene lichte infanterietank met een lichte bepantsering die betrouwbaar genoeg was om lange patrouilletochten in de koloniën te kunnen maken. Het gewicht mocht niet boven de acht ton liggen. Omdat er wegens de overvloed aan FT-17's in vredestijd geen speciale productie van lichte infanterietanks zou zijn voor het moederland, moest de tank een ophanging hebben die sterk genoeg was om een versterkte pantsering te kunnen dragen zodat hij in tijd van nood snel als normale infanterietank geproduceerd kon worden.
In 1926 keerde men de verhoudingen om: men zou een normale infanterietank bouwen en een lichte versie daarvan zou dan dienst doen als Char Colonial.
Tussen 1926 en 1930 werd er gewacht op de ontwikkeling van de infanterietank. In dat laatste jaar besloot men tot de bouw van de Char D; op 23 januari werden in het kader van het Plan 1930 door de Direction de l'Infanterie in een nota aan het ministerie van defensie de eisen hernieuwd vastgesteld en op 14 april werd besloten Renault de opdracht te geven op basis van de Char D een prototype te produceren van een Char D3, samen met een opdracht voor een prototype van juist een zwaarder gepantserde tank, de Char D2. In mei contacteerde men Renault en zijn ontwerpbureau begon onmiddellijk aan een studie. Pas in december 1931 werd een contract gesloten waarna beide prototypes in april 1932 gereedkwamen.
[bewerk] Beschrijving
Het is wat lastig een goed beeld te krijgen van de precieze eigenschappen van de Char Colonial want er zijn geen foto's of bouwtekeningen bewaard gebleven. Uit de teksten komt het volgende beeld naar voren van de verhoopte kwaliteiten van het project dat Renault "Char D3" noemt in zijn correspondentie met het leger, maar waarvoor de fabriek zelf de code Renault VA gebruikt (de Char D2 heeft de onmiddellijk voorliggende code UZ). Het gaat om een voertuig dat de romp bezit van de Char D, maar waarvan wellicht het motorcompartiment verlengd is. Men vermeldt althans een grotere chassislengte van vijf meter, hoewel de lengte met staart weer gelijk is aan die van de Char D. Ook het verbeterde overschrijdingsvermogen: 2,50 in plaats van 2,20 meter, zou hierop kunnen duiden. Die romp lijkt beter waterdicht te zijn dan later bij de Char D zou blijken: men claimt een waadvermogen van 1,40 m.
De snelheid moet gaan liggen op 32 km/u. Dat wordt mogelijk gemaakt door zowel de maximumpantserdikte te verlagen van 35 naar 22 mm als een sterkere V-6 120 pk motor met acht liter cilinderinhoud te installeren. Het gewicht daalt naar 10,1 ton. Het rijbereik zal 150 km moeten zijn — een gedeelte van de extra ruimte zal dus kennelijk gebruikt moeten worden voor een grotere benzinetank, of er werd een dieselmotor voorzien — en de maximale klimhoek 60%.
De bewapening zal gelijk moeten zijn aan die van de Char D.
[bewerk] Afloop
In mei 1932 werd het prototype beproefd en vrijwel onmiddellijk afgewezen. Het gewicht was hoger dan de gespecificeerde acht ton. Het hoofdbezwaar was echter dat de tank niet snel genoeg was. De verhoopte 32 km/u wordt bij lange na niet gehaald. De ophanging van de Char D is nooit bedoeld geweest voor hoge snelheden; de hogere bandspanning leidt tot een te grote wrijving bij de assen.
Het project wordt daarna verhuisd naar een ander chassis, hetgeen zou leiden tot de Renault ZT4. Het prototype werd omgebouwd tot een rijdend schietdoel.
