Biosfeer
De biosfeer is het gedeelte van de aarde waar leven mogelijk is en bevindt zich in de hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer.
De biosfeer is het leefgebied van alle aardse organismen; in de vaste aardbodem is de biosfeer met uitzondering voor bacteriën enkele meters diep, in de lucht is hij een achttal kilometer hoog tot waar er voldoende zuurstof is, en in het water strekt hij zich uit tot op zeer grote diepten van soms 11 km (in diepzeetroggen).
De aarde absorbeert 70% van het zonlicht, voornamelijk door de atmosfeer en het aardoppervlak. 1% hiervan wordt opgenomen door planten en wieren onder de vorm van fotosynthese. De overige 30% wordt gereflecteerd. De zon is een grote bol bestaande uit waterstofgas. Door kernfusies wordt dit gas omgezet in helium en tijdens de omzetting komt er enorm veel energie onder de vorm van straling vrij. De zonne-constante bedraagt zo'n 8,6 kJ/cm²/minuut.
Waarom warmt de aarde dan niet op bij zo'n grote absorptie van zonlicht? De geabsorbeerde energie blijft immers slechts tijdelijk op Aarde. Wat op de Aarde terechtkomt is zonne-energie. De Aarde geeft deze energie onder de vorm van warmte weg. Alleen in fossiele brandstoffen kan de energie miljoenen jaren blijven. De biosfeer kan bijgevolg niet functioneren zonder zonne-energie.
[bewerk] Productiviteit
Twee eenvoudige anorganische stoffen vormen één complexe organische stof. CO2 en H2O worden omgevormd tot glucose en zuurstof. Dit noemt men de plantenbiomassa en wordt uigedrukt in kJ/m² of kg/m². Voor 1 gram plantenbiomassa is 17 kJ zonne-energie nodig.
[bewerk] Bio-geo-chemische cyclus
In de aarde vinden verschillende cycli plaats. De rol van de geologie hierin is vnl. de bliksem en het afspoelen in sedimenten (de afzetting) in de bodem. Biologisch zorgen planten en dieren voor uitwerpselen en ander afval die dan in de bodem geraken met regenwater, bodemdiertjes en micro-organismen. De chemische processen zijn vooral de nitrificatie en de ammonificatie.
zie ook:
