Atlasceder
| Atlasceder | |||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 Takken van atlasceder |
|||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
| soort | |||||||||||||||
| Cedrus atlantica (Endl.) Manetti ex Carrière (1855) |
De atlasceder (Cedrus atlantica) is een boom uit de dennenfamilie (Pinaceae). De soort komt van nature voor in het Atlasgebergte in Noord-Afrika, maar wordt tegenwoordig vaak aangeplant als sierboom in parken en tuinen. In Zuid-Europa wordt de atlasceder soms bovendien aangeplant voor het hout. Een volwassen boom kan tot 40 meter hoog worden.
[bewerk] Kenmerken
De kroon van de boom is breed en kegelvormig. De grote takken hebben een horizontale stand. Zelden hangen de takken. De boomschors is blad en donkergrijs. Als de boom ouder wordt, komen er groeven in de boomschors te zitten en zo vormen zich grote platen, die afschilferen. De knoppen zijn glimmend, donkergroen of blauwachtig groen en hebben een lengte van 1 tot 2 cm. Ze zitten vaak in bosjes van circa 40 stuks bijeen.
De mannelijke kegels zijn conisch en hebben een lengte van 3 tot 5 cm.
Vrouwelijke kegels zijn rechtopstaand en rolrond met een uitholling aan de top. Ze rijpen in twee jaar tot een bleke, paarsbruine kleur en zijn dan 5 tot 8 cm lang. De schubben vallen af en laten dan de gevleugelde zaden vrij.
[bewerk] Gebruik
De atlasceder levert geurig hout dat erg duurzaam is. Door middel van stoomdestillatie wordt uit het hout etherische olie gewonnen.
[bewerk] Afbeeldingen
 Atlasceder op het domein van Mariemont, België |
