Abteilung Fremde Heere
De Abteilung Fremde Heere was een generale staf van de Duitse Landmacht (Deutsche Wehrmacht) die in het begin van de Eerste Wereldoorlog opgericht werd om de gevechtsmogelijkheden van de vijand te kunnen beoordelen. Zogenoemde Feindlageoffiziere aan het front leverden inlichtingen die naar deze dienst voor verwerking verstuurd werden. Verder werden ook pogingen ondernomen om inlichtingen te verzamelen van achter de vijandelijke linies.
Bij het einde van de Eerste Wereldoorlog bepaalde het Verdrag van Versailles dat moest deze afdeling ontbonden moest worden. Dit gebeurde officieel ook, maar in feite werd de inlichtingendienst verdekt in stand gehouden.
In 1931 werd de dienst officieel heropgericht. In 1938 volgde een herstructurering, en werd de staven Fremde Heere Ost en Fremde Heere West geïntroduceerd.
De afdeling Fremde Heere Ost werd van 1942 tot maart 1945 door Reinhard Gehlen, die op het einde de rang van generaal-majoor had, geleid. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog kreeg Gehlen van de Amerikaanse bezettingmacht de opdracht een Amerikaanse inlichtingendienst met Duits personeel op te zetten, voornamelijk met het doel militaire inlichtingen over het Oostblok te verzamelen. Gehlen slaagde erin vele ex-medewerkers van de vroegere afdeling Fremde Heere Ost voor deze organisatie, die later de naam "Organisation Gehlen" zou krijgen, te winnen. In 1956 werd de Amerikaanse dienst aan de Bondsregering overgedragen en werd zo de Duitse Bundesnachrichtendienst.
