Walewein
De jeeste van Walewein en het schaakbord, meestal bekend onder de naam Walewein is een ridderroman uit het begin van de dertiende eeuw. Het is één van de weinige Middeleeuwse romans die oorspronkelijk in het Nederlands is geschreven. Het verhaal is voor het grootste deel - ongeveer tweederde - geschreven door een zekere Penning, die het verhaal niet heeft kunnen voltooien. Het is afgemaakt door Pieter Vostaert, omdat hij 'het scade dochte, waer achter bleven die jeeste' (hij had het jammer gevonden als het verhaal niet voltooid was). Het verhaal is geschreven in versvorm en omvat meer dan 30.000 versregels.
Louis Couperus schreef later een bewerking van het verhaal onder de naam 'Het vliegende schaakbord'. Hierin parodieert hij de middeleeuwse roman.
[bewerk] Verhaallijn
De driedelige queeste is als volgt opgebouwd
- Arthur ziet een prachtig schaakbord en wil dat hebben. Walewein gaat er naar op zoek en hij kan het krijgen in ruil voor een zwaard met twee ringen.
- Hij gaat op zoek naar dat zwaard en kan het krijgen in ruil voor de jonkvrouw Ysabelle
- Hij vindt Ysabelle, Arthur krijgt zijn schaakbord, en Walewein krijgt Ysabella
Het verhaal begint wanneer Koning Arthur met een deel van zijn mannen in het paleis van de koning een wonderlijke gebeurtenis meemaakt. Door het venster komt een schaakbord naar binnen. Het was een prachtig bord met gouden pootjes en zilveren randen. De schaakstukken waren gemaakt van kostbare edelstenen. Het verdwijnt direct weer, en Arthur belooft degene die hem wil gaan zoeken al zijn land en de kroon, na zijn eigen dood. Het is tenslotte Walewein die de taak op zich zal nemen. Hij volgt het schaakbord een berg in, waar hij zijn eerste avontuur beleeft. Hij dood vier jonge draken en een moederdraak. Daarna zwemt hij met zijn paar Gringolette een rivier over en komt in het land van Koning Wonder, de eigenaar van het schaakbord. Hij valt in een diepe slaap en wordt genezen van al zijn wonden wakker. Tevens krijgt hij nieuwe, enorm kostbare kleding. Koning Wonder wil zijn schaakbord echter alleen geven in ruil voor 'tswaert metten tween ringhen', wat in het bezit is van Koning Amoraen. Hij gaat op weg naar diens kasteel Ravenstene, en komt daar na diverse gevechten aan. Hij kan het zwaard echter alleen krijgen door een tegenprestatie. Hij moet de jonkvrouw Ysabele bij hem brengen. Dus begeeft hij zich naar het kasteel van haar vader, Koning Assentyn. De burcht wordt omringt door twaalf muren met metalen poorten. Als hij probeert binnen te komen wordt hij gevangen genomen. Ysabelle wil hem helpen maar wordt ook opgesloten. Tenslotte weten ze toch te ontsnappen. Koning Amoraen sterft, en met het zwaard én Ysabelle, die hij inmiddels liefgekregen heeft, gaat hij terug naar Koning Wonder. Na nog diverse avonturen weten ze terug te keren naar Koning Arthur.