Volksduitsers
Volksduitsers was de term die voor 1945 gebruikt werd om Duitsers die buiten Duitsland woonden aan te duiden. Meestal werden hiermee de etnische Duitse minderheden in Oost-Europa bedoeld, maar soms ook Duitse emigranten in de Nieuwe Wereld. Men moest Volksduitsers onderscheiden van Rijksduitsers (zij die op niet- of semi-permanente basis in het buitenland woonden, zoals werknemers en diplomaten).
Inhoud |
[bewerk] Soorten Volksduitsers
Vanaf de Middeleeuwen waren emigratiegolven vanuit Duitsland waar te nemen. Duitsland werd geteisterd door armoede en door de verschrikkingen van oorlogen als de Dertigjarige Oorlog. Duitsers hadden meestal echter wel een vrij hoge ontwikkelingsgraad en waren vrij gewild om als boeren land te ontginnen. Zo stelde Catharina de Grote van Rusland in de 18e eeuw een flink stuk grond langs de Wolga ter beschikking aan de zogenoemde Wolga-Duitsers. De Volksduitsers leefden meestal geïsoleerd en hadden weinig contact met de lokale bevolking.
Een ander soort migranten waren de volgelingen van de veroveringsoorlogen tegen de Slavische en Baltische volkeren. Deze Duitsers namen een bevoorrechte positie in ten opzichte van de lokale bevolking, in wiens midden zij leefden. Dit patroon was ook te zien in de voormalige Duitse kolonie Namibië, waar de kleine Duitse minderheid nog steeds een sterke positie heeft. Na 1918 raakten veel van deze Volksduitsers hun positie kwijt, wat hen in de armen van de nazi's zou drijven. Veel rechts-extremistische bewegingen en denkbeelden vonden hun oorsprong in deze groep. Voorbeelden waren de Duitsers in de Baltische staten, Polen, Tsjechoslowakije (de Sudetenduitsers) en Roemenië.
De derde soort Volksduitsers waren de Nieuwe-Wereldmigranten. In Zuid-Amerika wisten zij hun eigen cultuur te handhaven, maar in Noord-Amerika en Australië gingen zij vrij snel in de lokale bevolking op. In de Verenigde Staten veramerikaniseerden de Volksduitsers al na één generatie.
[bewerk] De Tweede Wereldoorlog
In de tijd tussen 1933 en 1945 zag Hitler hen als een potentieel machtsmiddel. De Volksduitsers zouden de toekomstige elite kunnen zijn in de veroverde gebieden. Zij zouden ook het Duitse leger een handje kunnen helpen bij het veroveren. Culturele aan de NSDAP gelieerde verenigingen werden op poten gezet. In de gevallen waar de Duitsers zich benadeeld voelden en zij dicht bij Duitsland woonden, hadden deze succes (Memel, Polen, Joegoslavië). In veel andere gevallen, zoals in Amerika, België en Frankrijk, was de participatie uiterst gering. De Volksduitsers in Zuid-Tirol werden door Hitler genegeerd: hij had er geen behoefte aan Mussolini te irriteren.
Vlak voor en in de Tweede Wereldoorlog werden zij door de omwonende inheemse bevolking wantrouwend bekeken. Vaak werden negatieve verhalen opgeblazen, of werden dingen verzonnen. De Volksduitsers zouden met de vijand seinen, Volksduitse soldaten in het leger zouden sabotage plegen, Volksduitse kinderen zouden vergiftigde snoepjes uitdelen. In Polen werden zij het doelwit van de angstige bevolking, in de Sovjet-Unie werden zij preventief gedeporteerd. In Polen en Joegoslavië hebben Volksduitsers overigens daadwerkelijk het Duitse leger geholpen. Dit varieerde van het geven van aanwijzingen, tot gewapend verzet tegen de Joegoslavische overheid. Ook de Sudetenduitsers hebben de Duitsers hulp verleend. De Duitsers in België, Frankrijk, Zuid-Amerika, de VS, Australië, Rusland en veel andere gebieden waren echter volstrekt niet geïnteresseerd.
[bewerk] Aanverwante volkeren
Tegenover aanverwante Germaanse volkeren hanteerde Nazi-Duitsland dezelfde taktiek. Culturele verenigingen werden opgezet om pangermanistische interessen om te buigen in de wens in één nazistisch Groot-Duitsland samen te leven. In België werden contacten met de Vlaamse Beweging gelegd via de Deutsch-Vlämische Arbeitsgemeinschaft, waaruit na de Duitse inval een politieke beweging ontstond. In Luxemburg mislukte de taktiek volledig: de bevolking voelde er niets voor in een strak politiek keurslijf geperst te worden en ging tot passief verzet over. Zwitserse Duitsers zagen niets in het militarisme en antisemitisme van de nazi's.
[bewerk] De Duitse minderheden heden ten dage
Na de Tweede Wereldoorlog ging de migratie de andere kant op. Duitsers trokken terug naar Oostenrijk, de DDR of BRD omdat ze na de veranderde grenzen in het buitenland zouden wonen, of bang waren voor wraak van de lokale bevolking. Tsjechoslowakije wees alle Sudetenduitsers uit: men had de buik vol van hen. Polen en Rusland deden hetzelfde. In sommige gevallen joeg de bevolking de Duitsers weg, wat regelmatig gepaard ging met lynchpartijen. Andere Volksduitsers gingen vrijwillig weg. Zelfs uit Hongarije en Roemenië, ex-bondgenoten van Duitsland, werden de Volksduitsers verjaagd: de bevolking zocht een zondebok. Na de val van de Muur willen ook de nazaten van de gedeporteerde Wolgaduitsers terug naar Duitsland, waar de Duitse wet hen overigens recht toe geeft. De verschillen zijn echter enorm, en er ontstaat vaak wrevel tussen de "Russen" of "Russlanddeutschen" en de autochtone bevolking.
Een groot aantal verdreven Volksduitsers, de Vertriebenen, vormden in de BRD culturele verenigingen en hield manifestaties. De DDR ontmoedigde of verbood deze, om de relatie met Polen en Tsjechoslowakije niet op het spel te zetten. Heden ten dage is de gemiddelde leeftijd binnen deze verenigingen tot boven de zestig gestegen, doordat er steeds minder mensen zijn die zich nog bewust de "goede oude tijd" herinneren. Wel nemen veel Vertriebenen na de val van het IJzeren Gordijn regelmatig een kijkje in de dorpen en steden waar ze vroeger als kind hadden gewoond. Veel steden in Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Roemenië doen dan ook Duits aan.
De streken waar Duitse minderheden of Duitstaligen wonen of hebben gewoond (behalve Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk) zijn:
- Frankrijk (Elzas-Lotharingen)
- België (Eupen-Malmédy)
- Italië (Zuid-Tirol)
- Voormalig Joegoslavië (Slovenië, Kroatië, Vojvodina)
- Roemenië (Transsylvanië, Boekowina)
- Tsjechië en Slowakije (Sudetenduitsers)
- Polen (Silezië, Pruisen, Oost-Pommeren)
- De Baltische Staten
- Oekraïne (met name in het westen)
- Rusland (ook in de exclave Kaliningrad woont een kleine 10% minderheid, de rest woont verspreid over het land)
- Denemarken (Noord-Sleeswijk)
- Namibië (nazaten van de kolonisten)
- Zuid-Amerika (met name in Argentinië, Uruguay, Paraguay, Bolivia en Chili)
- De Verenigde Staten, waar zij echter zich snel aanpasten
Heden ten dage wonen er nog slechts weinig (Volks)duitsers in Oost-Europa. Duits is echter nog steeds in deze streken een belangrijke handels- en verkeerstaal. Men verwacht zelfs dat de rol van de Duitse taal nog zal toenemen in de toekomst.