Vin
Een vin is een lichaamsdeel dat voorkomt bij vissen en dient voor de verplaatsing, net als de benen van een mens. Ook marine zoogdieren als de walvis en dolfijn hebben vinnen.
Een vin is meestal een dun uitsteeksel dat vaak een soort ribben-achtige kalkbenen versteviging heeft en zitten per vissensoort op een verschillende plaats; er zijn buik-, rug-, staart-, anaal- en nekvinnen, maar sommige soorten vissen hebben helemaal geen vinnen. Een goede beschrijving en de combinatie van aanwezigheid en grootte van enkel de vinnen is voor de meeste vissoorten de beste determinatie; de kleur, lengte en dergelijke zijn meestal zeer variabel.
Vinnen zijn meestal gespierd en deze spieren zitten bij veel soorten zo geraffineerd in elkaar dat een vis zeer nauwkeurig de te zwemmen richting kan bepalen. Veel vissen kunnen achteruit zwemmen, naar links en rechts tot omhoog en omlaag te schieten en ook de snelheid waarmee dit gepaard gaat is soms erg groot. De zeilvis (Istiophorus), die bij de meeste mensen bekend is als zwaardvis haalt meer dan 100 kilometer per uur.
Vin-achtige lichaamsdelen komen ook voor bij sommige hagedissen zoals basilisken, en ook sommige dinosauriërs hadden dit soort uitsteeksels. Ze worden echter niet beschouwd als een vin omdat ze zijn ontstaan uit een rugkam.
Naast de biologie heeft vin ook een betekenis in de mechanica, meestal verbonden met aerodynamica; vinnen komen voor in de scheepvaart, luchtvaart en ook de driehoekige uitsteeksels op een raket worden vinnen genoemd.
