Tiendaagse Oorlog
De Tiendaagse Oorlog is de naam voor de Sloveense onafhankelijkheidsstrijd, die ontstond met de inval van het Joegoslavische leger (JNA) in Slovenië na de afgekondigde Sloveense onafhankelijkheidsverklaring van 25 juni 1991.
Slovenië had al onder Tito een eigen beperkte strijdmacht, en het federale leger was er slecht bekend. De operaties in Slovenië liepen dan ook uit op een fiasco. Wel schoot het JNA nog een Oostenrijkse grenspost in brand, wat de Europese sympathie voor de Joegoslavische eenheid niet echt bevorderde. Het presidium van Joegoslavië nam op 18 juli 1991 het besluit om het federale leger uit Slovenië terug te trekken binnen een termijn van drie maanden. Hiermee gaf het presidium gevolg aan de afspraken van het op 7 juli 1991 getekende Akkoord van Brioni. De laatste vreemde troepen verlieten Slovenië via de haven van Koper in de nacht van 25 op 26 oktober 1991, waarmee de Sloveense soevereiniteit volledig was hersteld.
Het aantal doden beliep 76. Hiervan 19 Slovenen, 45 federalen en 12 vreemdelingen. Slovenië telde 192 gewonden, het Joegoslavische leger 146. De eenheden van de Territoriale Verdediging (zoals de naam van het Sloveense leger luidde; Sloveens: Teritorialna obramba) namen 4693 Joegoslavische soldaten en 252 federale politiemensen gevangen. Tijdens de tien dagen durende oorlog verloor het leger van Joegoslavië 31 tanks, 22 pantservoertuigen, 172 andere voertuigen en 6 helikopters.