Tanker
Een tanker is een schip dat is ingericht voor het vervoer van vloeistofen of gas in bulk.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
In het midden van de 19e eeuw werden olievelden steeds meer geëxploiteerd. Er werd gezocht naar een meer efficiënte manier van vervoer dan de tot dan toe gebruikelijke vaten. Schepen met grote tanks werden sinds de jaren 60 van de 19e eeuw gebouwd. In 1872 werd de eerste zeegaande stoomaangedreven tanker gebouwd, de Vaderland. De in 1886 gebouwde 3000 ton dwt Gluckauf wordt echter algemeen als de pionier van de tankvaart gezien. In 1893 liep de Gluckauf aan de grond bij Fire Island, New York.
Tussen 1942 en 1945 werden honderden T2 tankers gebouwd in de Verenigde Staten. Na de Tweede Wereldoorlog werden veel van deze schepen van 16.000 ton dwt verkocht aan rederijen over de hele wereld.
Rond 1950 werd kolen vervangen door olie als belangrijkste energiebron. Tot die tijd vervoerden olietankers over het algemeen olieproducten, omdat de raffinage over het algemeen dicht bij de olievelden plaatsvond. Door politieke en technische redenen verschoof de raffinage dichter naar de markt. Er kwamen steeds meer tankers die speciaal gebouwd waren voor het vervoer van ruwe olie. Deze schepen waren een stuk eenvoudiger in constructie en het loonde om steeds groter te bouwen. In 1959 werd de 114.356 ton dwt Universe Apollo gebouwd, de eerste tanker groter dan 100.000 ton dwt. Door de sluiting van het Suezkanaal in 1967 moesten tankers omvaren via Kaap de Goede Hoop. Hierdoor waren ze niet meer gebonden aan de maximale afmetingen van dit kanaal. Ook was het door de langere afstand gunstiger om groter te bouwen. Steeds grotere tankers werden gebouwd, culminerend in de Seawise Giant, met 564.763 ton dwt en een lengte van 458,45 meter het grootste schip ooit. Tegenwoordig fungeert het als Floating Storage and Offloading unit (FSO) in het Qatar Al Shaheen olieveld in de Perzische Golf onder de naam Knock Nevis.
[bewerk] Types
Er zijn verschillende soorten tankers:
- Olietankers, deze vervoeren koolwaterstofproducten, zoals ruwe olie, maar ook producten als benzine, diesel en nafta.
- Gastankers, deze vervoeren LPG en LNG.
- Chemicaliëntankers, deze vervoeren chemicaliën, zoals ammoniak, chloor en styreen.
De grootste tankers worden voornamelijk gebruikt voor diverse soorten ruwe olie.
[bewerk] Grootte
In 1954 ontwikkelde Shell Oil het afrasysteem, waarbij afra staat voor average freight rate assessment voor belastingredenen. Tankers werden hierbij ingedeeld naar grootte. Om het een onafhankelijk instrument te laten zijn, schakelde Shell London Tanker Brokers’ Panel (LTBP) in. Deze deelde tankers aanvankelijk in als General Purpose onder de 25.000 dwt, Medium Range voor schepen tussen 25.000 en 45.000 dwt en Large Range voor de voor die tijd reusachtige schepen van meer dan 45.000 dwt. Gedurende de jaren 70 werden de schepen echter steeds groter en zo werd de lijst uitgebreid, waarbij de tonnages overigens longtons zijn:[1]
- 10.000 – 24.999 dwt – General Purpose tanker
- 25.000 – 44.999 dwt – Medium Range tanker
- 45.000 – 79.999 dwt – LR1 (Large Range 1)
- 80.000 – 159.999 dwt – LR2 (Large Range 2)
- 160.000 - 319.999 dwt - VLCC (Very Large Crude Carrier)
- 320.000 - 549.999 dwt - ULCC (Ultra Large Crude Carrier)
Voor de oliemarkt wordt echter vaak gewerkt met de volgende schaal:
- 10.000 - 60.000 dwt - Produkttanker
- 60.000 - 80.000 dwt - Panamax
- 80.000 - 120.000 dwt - Aframax
- 120.000 - 200.000 dwt - Suezmax
- 200.000 - 315.000 dwt - VLCC
- 320.000 - 550.000 dwt - ULCC
Vanaf een totaalgewicht van ca. 240.000 ton spreekt men ook wel van een supertanker.
[bewerk] Referenties
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden in de categorie Oil tankers van Wikimedia Commons. |