Springkikker
Springkikker | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
|
|||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Rana dalmatina Bonaparte, 1839 |
De springkikker, ook wel boskikker, (Rana dalmatina) is een kikker uit de familie echte kikkers of Ranidae.
[bewerk] Voorkomen en habitat
Deze kikkersoort leeft in loofbossen in Centraal-Europa; Frankrijk, Spanje, Griekenland, Sicilië, Oekraïne, westelijk Turkije tot helemaal in zuidelijk Scandinavië, het verspreidingsgebied trekt dus net aan Nederland voorbij. Ze houden van open plekken, bosranden en bij meertjes en vennen op vochtige plekken in de strooisellaag. Deze kikker staat bekend om het enorme springvermogen. De sprinkikker is niet zo aan water gebonden als sommige andere soorten en leeft buiten de paartijd voornamelijk op het land. Daar is hij echter kwetsbaarder, met name als het water wat verder weg is. Opmerkelijk is dat de mannetjes op de bodem van een poel overwinteren, vrouwtjes juist op het land in een schuilplaats.
[bewerk] Algemeen
Exemplaren in het noorden van het verspreidingsgebied worden rond 7 centimeter, die uit het zuiden kunnen 12 cm bereiken. Deze soort lijkt qua levenswijze en uiterlijk sterk op de inheemse bruine kikker (R. temporaria) maar deze laatste soort wordt groter, heeft kleinere achterpoten en meestal meer vlekken in plaats van een wat egale kleur, hoewel dit laatste niet altijd opgaat. De oogvlek is bij de springkikker iets driehoekiger en de basiskleur is meestal olijfgroen tot beigebruin met een donkere vlektekening op de flanken en een duidelijk zichtbare 'nerf' aan iedere zijde van de rug. Net zoals veel Ranidae in Europa heeft deze soort lichtgebandeerde achterpoten. Het voedsel bestaat uit met name wormen, vliegen en muggen, ook wel andere kleine ongewervelden.