Sint Geertrui-abdij (Leuven)
De Sint Geertrui-abdij was een rijke abdij van reguliere kanunniken in de Halfmaartstraat, nabij de Mechelsestraat in Leuven.
Deze abdij werd gesticht in 1206. De abdij bezat talrijke landerijen en hoeves. Binnen de Leuvense omwalling bezat ze wijngaarden met een bijhorend, nog steeds bestaand, wijnpershuis. In de schaduw van de abdij ontstond het Klein Begijnhof, waarschijnlijk als een gemeenschap van werkzusters in de abdij. Zeker is dat het Begijnhof nog tot in de 17de eeuw ook parochiaal afhing van de abdij. Vandaag resten van de abdij nog de kerk en een deel van de kloostergebouwen. De kerk is bekend als een wonder van Leuven, omdat de toren volledig zonder nagels (d.i., zonder hout, volledig in steen) is opgetrokken. Deze torenspits valt op doordat hij helemaal opengewerkt is: men kijkt dwars door het stenen geraamte heen. Op de plaats van een oude vleugel van de abdij verrees na de Eerste Wereldoorlog onder impuls van professor-kanunnik Armand Thiery een vreemd aandoend samenraapsel van gerecycleerde gevels van huizen verwoest tijdens de oorlog.