Sergej Eisenstein
Sergej Michajlovitsj Eisenstein (Russisch: Сергей Михайлович Эйзенштейн, Sergej Michajlovitsj Ejzensjtejn) (Riga 23 januari 1898 – Moskou 11 februari 1948) was een Russische filmregisseur, vooral bekend door zijn klassieke film Pantserkruiser Potjomkin over een belangrijke volksopstand in Odessa aan de vooravond van de Russische revolutie. Deze film is klassiek geworden vanwege onder andere de complexe montage in de trappenscène: Eisenstein hanteerde op een opmerkelijke wijze cameravoering, perspectief en montage om het gevoel van de revolutie en de onderdrukking over te brengen.
[bewerk] Biografie
Sergej Eisenstein werd in Riga (Letland) geboren als zoon van een Duitse vader en een Russische moeder. Hij volgde in Riga het gymnasium en in Petrograd studeerde hij bouwkunde en architectuur. Vanaf 1918 diende hij bij het rode leger. Na ervaring te hebben opgedaan als amateurtoneelspeler, sloot Eisenstein zich aan bij het Moskouse Proletkult-theater en werkte hij ook aan het theater van de befaamde regisseur Vsevolod Meyerhold.
Bij Koelesjov studeerde Eisenstein filmtheorie en -praktijk en meteen zijn eerste film, "Staking" (Statsjka) leverde hem in Parijs in 1925 een prijs op. Al in deze stomme film is zijn innovatieve stijl herkenbaar. Bijzonder verdienstelijk is manier waarop hij de montagetechniek ontwikkelde. Eisenstein gebruikte montage niet slechts om scènes met elkaar te verbinden, maar veeleer als middel om het publiek bij de film te betrekken en te beïnvloeden. Opvallend in "Staking" zijn verder het ontbreken van duidelijke hoofdpersonen, de vergelijkingen tussen mens en dier, de aandacht voor details en het bijzondere camerawerk dat bijzonder fascinerende beelden oplevert.
Eisenstein was trouw aan de idealen van het socialisme, hetgeen hem echter herhaaldelijk in conflict bracht met een aantal autoriteiten van het regime van Jozef Stalin (en niet in de laatste plaats met Stalin zelf). Deze laatste was zich bewust van de propagandistische kracht van films en hij beschouwde Eisenstein als controversieel persoon.
"Pantserkruiser Potjomkin", in 1925 in opdracht van de staat geproduceerd, valt op door een perfecte opbouw, virtuoze montage en een serie onvergetelijke beelden. Vooral de beschieting van demonstranten op de trappen van Odessa (de beroemde trapscène) blijft de toeschouwer in het geheugen gegrift. Deze film werd een internationaal succes, waardoor Eisenstein de eer te beurt viel "Oktober" te mogen regisseren. De opdracht tot "Oktober" werd gegeven vanwege de tiende verjaardag van de Oktoberrevolutie van 1917 en draaide onder directe controle van Stalin. Ook deze film werd een nationaal en internationaal succes.
In 1929 stuurde Stalin Eisenstein naar het buitenland om daar intensief de net ontwikkelde geluidsfilm te bestuderen. Eisenstein reisde naar West-Europa en vervolgens op uitnodiging van Paramount Pictures door naar Hollywood voor een filmproductie. Vanwege onenigheid met deze filmmaatschappij vertrok Eisenstein echter zonder de film af te maken. In Mexico begon Eisenstein aan een gedramatiseerde documentaire getiteld "Que viva Mexico!". Doordat Eisenstein langer in Amerika bleef dan kennelijk de bedoeling was geweest, werd Stalin wantrouwend. Hij verdacht Eisenstein van desertie en heimelijke contacten met Lev Trotski, destijds staatsvijand nummer één. Eisenstein werd teruggeroepen vooraleer het werk was voltooid.
Enkele geschoten scènes van "Bezjin-weide" (1937), met als thema de ware politieke geschiedenis van de dood van een jonge activist, brachten Stalin tot woede, waardoor ook dit project niet mocht worden voltooid. Stalin deed Eisenstein vervolgens het aanbod een andere film te maken, over de Novgorodse vorst Alexander Nevski. Deze later door de Russisch Orthodoxe kerk heilig verklaarde vorst had in de dertiende eeuw een veldslag tegen de Duisers gewonnen, hetgeen Stalin als voorbeeld van een onverschrokken leider goed van pas kwam, nu hij zelf de oorlog tegen Hitlerduitsland voorbereidde. Eisenstein kon dit aanbod niet weigeren zonder met ernstige gevolgen rekening te moeten houden en hij stemde dus in met Stalins voorstel. Er werd een toezichthouder aangesteld die Eisenstein nauwlettend in de gaten moest houden tijdens deze productie. Eisenstein werkte bij "Alexander Nevski" nauw samen met Sergej Prokofjev, die de filmmuziek schreef. Deze samenwerking resulteerde in een hechte vriendschap.
Prokofjev vervulde deze rol ook bij "Ivan de Verschrikkelijke", waarin de hoofdpersoon als nationale held wordt uitgebeeld. Stalin had namelijk in de begin 40er jaren een aanwijzing gegeven over de noodzakelijkheid van het herstel van het ware historische beeld van tsaar Ivan IV. Stalin gaf het duo Eisenstein en Prokofjev opdracht voor deze nieuwe productie en verwachtte een meesterwerk in de geest van "Alexander Nevski". Eisenstein had echter zijn eigen opvatting over dit thema. De opnamen begonnen in 1943 in Kazachstan, ver van het front. In het eerste deel van de film toont Eisenstein de tsaar eerst als een jonge idealist, die de staat met vaste hand naar eenheid en macht leidt. Maar dan stelt Eisenstein de vraag of ieder middel geoorloofd is, om dit doel te bereiken. Hij laat de tsaar zich afvragen met welk recht hij oordeelt en terechtstelt. De in kleur opgenomen scène (deel II) van de dans van de Opritsjniki is een van de indrukwekkendste van de film. Tijdens een adembenemende, wilde en waanzinnige dans met felle kleuren en flitsende beelden op de stuwende muziek van Prokofjev, zit de tsaar temidden van deze door hemzelf in werking gezette wildheid geheel alleen. Eisenstein verklaarde later tegenover een vriend dat deze scène een parallel vormt met die van de met schuld beladen en zijn geweten onderzoekende "Boris Godoenov" (van Poesjkin). In feite deed Eisenstein hiermee een direct beroep op Stalin, wat een buitengemeen staaltje van durf was onder het dictatoriale regime.
Het eerste deel van "Ivan de Verschrikkelijke" had Stalins instemming en hij kende er dan ook een Stalin-prijs aan toe. Het tweede deel van deze beoogde trilogie werd echter niet goedgekeurd door de buiten zichzelf geraakte Stalin die de parallellen had herkend. Het tweede deel werd daarom verboden en het al geschoten materiaal voor het derde deel werd in beslag genomen en vernietigd (alhoewel er enkele fragmenten bewaard zijn gebleven). Eisenstein werd onder druk gezet om zijn film te bewerken opdat deze wel aan de eisen zou voldoen. Of hij hieraan zou hebben toegegeven is onbekend, aangezien Eisenstein in de nacht van 11 februari 1948 op vijftigjarige leeftijd achter zijn schrijftafel aan een hartaanval overleed.
[bewerk] Filmografie
- Staking (1925)
- Pantserkruiser Potjomkin (1925)
- Oktober (1927)
- Storm over La Sarraz (1929, verloren geraakt)
- Oud en nieuw / De generale lijn (1929)
- Aardbeving in Oaxaca (1931)
- Que viva Mexico! (1931/32, niet voltooid)
- Bezjin-weide (1935/37, niet voltooid)
- Alexander Nevski (1938)
- Ferganakanaal (1939, niet voltooid)
- Ivan de Verschrikkelijke / deel I (1945)
- Ivan de Verschrikkelijke / deel II (1946/1958)
- Ivan de Verschrikkelijke / deel III (1946, niet voltooid en vernietigd)