Rodrigues daggekko
Rodrigues daggekko IUCN-status: Uitgestorven (1917) |
|||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Phelsuma edwardnewtoni Vinson & Vinson, 1969 |
De Rodrigues daggekko (Phelsuma edwardnewtoni) is een uitgestorven hagedis uit de familie gekko's (Gekkonidae).
Inhoud |
[bewerk] Uitsterving
De soort leefde waarschijnlijk tot ongeveer 1917 op het eiland Rodrigues, behorende tot Mauritius bij Madagaskar. Ondanks uitgebreide zoektochten gedurende de jaren 60 en 70 zijn ze niet meer gezien, en er zijn slechts zes geconserveerde exemplaren bekend, waaronder die op de foto. Volgens de inheemse bevolking waren ze vrij algemeen, maar toen de mens arriveerde rond 1870 werd de soort in rap tempo uitgeroeid. De externe link 1) leidt naar een andere foto van een opgezette gekko waarbij een wat jonger exemplaar te zien is.
[bewerk] Oorzaken
Waarschijnlijk is het niet eens de houtkap en vervuiling geweest, verantwoordelijk voor het bedreigd worden van de meeste soorten reptielen, maar de huisdieren die ze meenamen, en met name de plagen. Ratten zijn waarschijnlijk de grootste boosdoeners geweest; deze kunnen in bomen klimmen maar ook graven en hebben de eieren van de gekko's opgegeten, terwijl katten en marterachtigen de volwassen exemplaren belaagden. Veel gekko's waaronder deze zijn in staat vet op te slaan in het lichaam, waardoor ze nogal plomp worden en niet zo snel meer zijn, bovendien waren de Rodrigues daggekko's groter dan andere soorten en hadden ze geen echte natuurlijke vijanden behalve slangen waardoor het evenwicht snel omsloeg.
[bewerk] Algemeen
Deze dieren leefden van insecten en nectar, en er is beschreven dat ze ook fruit aten. Ze kwamen voor in kustbossen van het eiland, dat met 109 vierkante kilometer een erg klein verspreidingsgebied geeft, en leefden op boomstammen en in struiken. Ze werden nog groter dan de Madagaskardaggekko, tot 25 centimeter. De kleur van de dieren was groen, met een blauwe staart en witte buik en kleine felblauwe vlekjes op de rug en staart. De staart was bij jonge dieren blad-achtig afgeplat zoals bij de goudstofdaggekko en werd bij oudere dieren rond. Bij het exemplaar op de foto doet de gladde huid van de staart vermoeden dat het de staart heeft afgeworpen want daggekko's kennen ook autotomie ofwel zelfamputatie van de staart als ze worden aangevallen.