Quotiënt
In de wiskunde is een quotiënt het resultaat van een deling.
[bewerk] Voorbeeld
Het quotiënt van 12 en 4 is 3; het getal 12 heet hier het deeltal, 4 de deler. Het quotiënt van 1,2 en 0,4 is ook 3.
Quotiënten van natuurlijke getallen zijn rationale getallen. Soms is zo'n quotiënt weer een natuurlijk getal, soms een breuk. In het eerste geval heet de deler een deler van het deeltal.
Bij geheeltallige deling van natuurlijke getallen is het quotiënt steeds een geheel getal, namelijk het grootste getal dat na vermenigvuldiging met de deler een getal oplevert dat niet groter is dan het deeltal.
Of:
Bij geheeltallige deling van 30 en 7 is het quotiënt 4. Immers, 4 x 7 = 28 < 30, maar 5 x 7 = 35 > 30.
[bewerk] In meer abstracte context
Naast de reële deling (deling met al dan niet gehele getallen) kan op sommige (abstractere) wiskundige objecten ook een deling gedefinieerd worden, bijvoorbeeld op groepen of bepaalde metrische ruimtes. Deze definities vertonen op bepaalde vlakken overeenkomsten met deling in de reële getallen, hoewel de operatie zelf veel abstracter en minder intuïtief kan zijn.
Het woord quotiënt wordt ook gebruikt voor bepaalde verhoudingsgetallen, zoals het intelligentiequotiënt. De achterliggende berekening is een deling van twee testwaarden of van de testwaarde en een gemiddelde (om zo een relatieve score te verkrijgen).
