Passiflora rubra
| Passiflora rubra | |||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 Plant op Dominica |
|||||||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
| Soort | |||||||||||||||||||
| Passiflora rubra L. (1753) |
Passiflora rubra is een variabele passiebloem, waarbij de planten naar oorsprongsgebied variëren in kleur en grootte van de bloemen en de vorm van de vruchten en de bladeren. Deze variabiliteit kan verklaard worden doordat de plant een uitgestrekt oorspronggebied heeft. Hij komt van nature voor in het Caraïbisch Gebied, van Frans-Guyana tot Venezuela en van Colombia tot Peru, Bolivia en Brazilië. Hij kan aangetroffen worden van zeeniveau tot op 2200 m hoogte.
De plant is behaard en groeit tot een lengte van 3 - 4 m. De stengels zijn hoekig en gegroefd. De steunblaadjes zijn 0,2 – 0,7 cm lang. De bladstelen zijn 0,4 – 5 cm lang. De bladeren zijn twee- of drielobbig, gaafrandig, soms wat lichtergekleurd bij de nerven en 0,9 – 8 x 1,5 – 10 cm groot. De bloemstelen zijn 1,1 – 3,5 lang en staan meestal solitair maar soms in paren in de bladoksels. De bloemen zijn wit tot crèmekleurig en roze tot paarsachtig en 2,8 – 4,5 cm breed. De kelkbladeren zijn groen tot roodachtig wit aan de buitenkant en wit tot crèmekleurig aan de binnenkant, langwerpig en 1,1 – 2,5 x 0,3 – 0,7 cm groot. De kroonbladeren zijn wit tot crèmekleurig, langwerpig en 0,7 – 1,5 x 0,1 – 0,3 cm groot. De corona bestaat uit één of twee rijen. De buitenste rij is 0,5 – 1,6 cm lang en meestal roze, rood of paars aan de basis en wit tot crèmekleurig daarboven. De eventueel aanwezige binnenste rij bestaat uit een paar 0,1 – 0,3 cm lange filamenten. De vruchten variëren ook sterk in vorm. Ze kunnen spoelvormig en zeshoekig zijn of bolvormig tot ovaal zonder hoeken. Rijp worden de vruchten roodachtig of rood en wit. De zaden zijn ovaalvormig en circa 0,3 – 0,4 x 0,1 – 0,2 cm groot.
Er is tegenwoordig een kloon uit Bolivia bekend met een geheel witte corona, die daardoor moeilijk te onderscheiden is van P. capsularis. P. rubra kan echter onderscheiden worden doordat alle planten die tot deze soort behoren een dicht wit- of bruinbehaard vruchtbeginsel hebben, wat niet voorkomt bij P. capsularis.
Klonen van verschillende oorsprongsgebieden zijn in cultivatie gekomen. Het is een gemakkelijk te houden plant die als jonge plant al bloeit op korte scheuten. Hij kan in de vensterbank worden gehouden of in een broeikas en ’s zomers buiten worden gezet. Hij moet overwinterd worden bij temperaturen boven de 7 °C.
