Passiflora morifolia
Passiflora morifolia | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Passiflora Mast. (1872) |
Passiflora morifolia (=blad als van de moerbei) is een soort passiebloem die gemakkelijk te kweken is. De plant heeft stevige, hoekige, harige stengels. De behaarde bladstelen zijn tot 2,5 – 5 cm lang. De bladeren zijn drielobbig, behaard aan beide zijden, 4 – 7 cm lang en 5 – 9 cm breed.
De bloemen staan solitair in de bladoksels op tot 4 cm lange bloemstelen. Ze zijn 2 – 3 cm breed. De kelkbladeren zijn ovaal, groenachtig wit, tot 2 cm lang en tot 0,8 cm breed. De kroonbladeren zijn lancetvormig, wit, tot 1,1 cm lang en tot 0,5 cm breed. De corona bestaat uit een enkele, tot 0,8 cm lange rij die aan de basis paars is en aan het uiteinde wit. De plant vormt gemakkelijk vruchten. Deze zijn langwerpig, tot 4 cm groot, donkerpaars tot zwart van kleur met binnenin oranje vruchtvlees. Op de plaatsen waar de vruchten op de grond vallen kunnen het volgend jaar zaailingen opkomen.
P. morifolia is inheems in Bolivia, Argentinië, en Brazilië. Ook komt de plant in geïsoleerde gebieden voor in Guatemala, Colombia, Venezuela, Ecuador en Peru in periodiek droge bossen op hoogtes tussen de 400 en 2800 m. In droge periodes sterft de plant tot aan de basis af, waarna hij in het natte seizoen weer opkomt.
P. morifolia kan in België en Nederland in de vensterbank en in de koude kas worden gehouden. Het is een plant die gemakkelijk is op te kweken uit zaad. Ook kan de plant worden vermeerderd door middel van stekken. De plant wordt ook vaak in vlindertuinen gehouden omdat de plant wordt gebruikt als waardplant voor vlinders uit de Heliconiinae.