Nieuwer-Amstel
Nieuwer-Amstel was tot 1964 de naam van de gemeente Amstelveen. Het was de hoofdplaats van een kanton in het Franse departement Zuiderzee.
[bewerk] Geschiedenis
Het Amstelland werd in de Middeleeuwen opgedeeld in Ouder-Amstel (ten oosten van de Amstel) en Nieuwer-Amstel (ten westen van de rivier). In dit gebied ontstond Amstelveen als een dorp in het turfwinningsgebied ten westen van de Amstel. In de 17e en 18e eeuw trokken welgestelde Amsterdammers naar het gebied, op zoek naar rust en ruimte. De grens tussen Nieuwer-Amstel en Amsterdam liep toen ten zuiden van de Buitensingelgracht, onder andere ter hoogte van de huidige Van Baerlestraat en Ceintuurbaan. Aan de Amsteldijk bij de Amsterdamse Tolstraat staat nog het voormalige gemeentehuis van Nieuwer-Amstel, gebouwd in 1890. Na annexatie van de gemeente Amsterdam van het noordelijke deel van de gemeente werd het Amsterdamse Gemeentearchief hierin gehuisvest.
[bewerk] Annexatie
Het grondgebied van Amsterdam was in de voorafgaande twee eeuwen nauwelijks meer uitgebreid. Vanaf 1860 verdubbelde in enkele decennia het aantal inwoners. Schrijnende woontoestanden in de binnenstad en malafide bouwpraktijken kwamen aan het licht. Het aantal liberalen in de gemeenteraad halveerde in zes jaar tijd (1887-1893), mede als gevolg van een pas gewijzigd kiesrechtstelsel. Een meerderheid in de raad gaf voorkeur aan grotere invloed op de op handen zijnde stadsuitbreiding, onder leiding van Willem Treub.
Reeds in 1883 waren door Amsterdam pogingen ondernomen om de gemeente Nieuwer Amstel te annexeren, maar die gemeente verzette zich heftig tegen haar machtige buur. Onder burgemeester Alexander Boers gaf de gemeente Nieuwer Amstel opdracht tot de aanleg van de Ceintuurbaan om een hoogst noodzakelijke verbinding dwars door de zg. Buitenveldertsepolder te creëren. Ook de HBS aan het Roelof Hartplein, de brandweerkazerne op de hoek van de Van Baerlestraat, schuin tegenover het Concertgebouw en een nieuw stadhuis aan de Amsteldijk - het huidige Gemeentearchief - dateren uit die tijd. Nieuwer Amstel reorganiseerde op vooruitstrevende wijze de brandweer. Naar het zich laat aanzien was daarover jaren gebakkeleid.
In 1921 annexeerde de gemeente Amsterdam het noordelijke (en dichtstbevolkte) deel van de gemeente; Amstelveen werd gereduceerd tot het oude dorp en omgeving. De gemeentegrens kwam te liggen bij de Kalfjeslaan. Haar aantrekkingskracht voor welgestelde Amsterdammers bleef echter bestaan. Dit is zichtbaar in de met name vanaf 1930 aangelegde aantrekkelijke woonwijken in het noordwesten van de gemeente. Met name aan deze wijken ontleent Amstelveen nog altijd een reputatie als woonplaats voor welgestelden.
Na de Tweede Wereldoorlog werd Amstelveen overloopgemeente en bovendien officieel een van de woongemeenten van Schiphol. Uitbreidingswijken werden in snel tempo uit de grond gestampt; in de jaren '60 was Amstelveen enige tijd de snelstgroeiende stad van Nederland. Woonkwaliteit en groenvoorziening werden hierbij echter niet uit het oog verloren. Vanaf 1964 werd de naam van het inmiddels tot voorstad uitgegroeide dorp aan de gemeente gegeven.