NBG 1951
De Bijbelvertaling NBG 1951 placht men tot de komst van de Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004 ook wel de Nieuwe Vertaling van de Bijbel te noemen. Deze vertaling werd in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap gemaakt en kwam in 1951 gereed. De vertaling, vernoemd naar haar opdrachtgever, was bedoeld als vervanging van de zogenoemde Statenvertaling.
Aanleidingen tot deze nieuwe vertaling waren:
- het Nederlands van de tot dan gebruikte Statenvertaling werd als verouderd ervaren;
- er was meer kennis gekomen van het Hebreeuws en de archeologie van het oude Israël;
- er waren nieuwere, meer, en andere handschriften beschikbaar dan in de tijd van de totstandkoming van de Statenbijbel. De Statenbijbel was gebaseerd op de zogenoemde 'textus receptus';
- op sommige plaatsen werd de vertaling in de Statenbijbel als onjuist gezien.
De vertalers waren: A. van Veldhuizen, C.H. van Rhijn, F.W. Grosheide, F.P.L. van Lingen, J.W. Pont en J. de Zwaan. Daarnaast waren er ook verschillende revisoren werkzaam.
Het taalgebruik in de NBG '51 werd van het begin af aan erg ouderwets gevonden. De reden waarom men toch veel ouderwetse woorden en termen gebruikte had te maken dat men tegemoet wilde komen aan de orthodoxe vleugel van het Nederlandse protestantisme, opdat ook zij deze Bijbel zouden gaan gebruiken. Achteraf bleek dit slechts ten dele zo te zijn.
In de 50 jaar die volgen, blijkt de NBG 1951 lange tijd de meest gebruikte vertaling in de erediensten van de protestantse kerken. Slechts binnen de strengste tak van de orthodox-gereformeerden (de bevindelijk gereformeerden) wordt de NBG 1951 niet gebruikt; De Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) pleit voor handhaving van de Statenbijbel. Vanuit deze kring wordt de nieuwe vertaling bestreden. Inmiddels is gebleken dat sommige nieuwere handschriften ten onrechte zijn gebruikt.
Begin 21ste eeuw heeft de NBG echter ook buiten de bevindelijke gereformeerden aan populariteit ingeboet. Met name binnen de charismatische kerken (waaronder de evangelische en pinkstergemeenten) wordt veel gebruikgemaakt van vertalingen die zich bedienen van meer hedendaags Nederlands, zoals "Het Boek", de "Groot Nieuws Bijbel" en soms ook de Rooms-Katholieke "Willibrordvertaling". In 2004 is de NBG 1951 opgevolgd door de in dat jaar uitgegeven Nieuwe Bijbelvertaling, al is dit door veel kerken die de NBG 1951 nog gebruikten, nog niet officieel ingesteld.