Matthias Storme
Matthias Edward Storme (Gent, 8 juli 1959) is een Vlaams jurist en liberaal-conservatief denker.
Inhoud |
[bewerk] Familie
Hij is afkomstig uit een belangrijke katholieke Gentse familie : zijn grootvader was voormalig minister August de Schryver (August-Edmond de Schryver, 1898-1991, o.a. minister in de regering in ballingschap in London in de Tweede Wereldoorlog), zijn andere grootvader professor Jules Storme (Universiteit Gent) en zijn vader CVP-senator Marcel Storme (° 1930), em. gewoon hoogleraar aan de rechtsfaculteit van de Universiteit Gent, met name in het procesrecht.
[bewerk] Studies
Hij liep lagere school op het Sint-Barbaracollege te Gent en vervolgde er Grieks-Latijnse humaniora. Hij was scout in de scoutsgroep van VVKS Sint-Barbara (1e Gent) (Totem: "snuggere snep").
Hij studeerde vervolgens rechten en wijsbegeerte, eerste aan de UFSIA (1976-1978) en vervolgens aan de Katholieke Universiteit Leuven (1978-1981).
Hij behaalde de diploma's van Licenciaat in de Rechten (magna cum laude) en Baccalaureus in de wijsbegeerte (cum laude) aan de Katholieke Universiteit Leuven, waarna hij zijn studies verderzette aan de Yale University (M.A. Philosophy 1982), de Università di Bologna en het Max-Planck-Institut für internationales und ausländisches Privatrecht in Hamburg. In 1989 behaalde hij zijn doctoraatsdiploma met een verhandeling over De invloed van de goede trouw op contractuele schuldvorderingen met als promotor prof. Walter van Gerven.
Hij was als actief student lid van KVHV-Antwerpen, KVHV-Leuven, VRG Leuven, de ZOV (Zuid-Oost-Vlaamse studentenclub) en van de Party of the Right (Yale) en de Calliopean Society (Yale).
[bewerk] Beroepsleven
Hij is advocaat aan de balie van Brussel en hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen en buitengewoon hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij doceert burgerlijk recht, rechtsvergelijking en Europees recht.
In 1995 was hij voorzitter van het Vlaams Pleitgenootschap bij de balie te Brussel, van 1996-1998 lid van de Raad van de Orde van de Nederlandse Orde van advocaten te Brussel en van 1998 tot 2000 lid van de Raad van afgevaardigden van de Vereniging van Vlaamse balies (nu Orde van Vlaamse balies).
Als advocaat verdedigde hij de inwoners van Doel tegen de vernielingsplannen van de Antwerpse haven en treedt hij regelmatig op in procedures voor het Arbitragehof (grondwettelijk hof). Hij trad ook op als arbiter in zaken van Cepina en de Internationale kamer van koophandel.
[bewerk] Verenigingsleven en politiek, prijzen
Van 1996 tot 2004 was hij nationaal voorzitter van het Verbond der Vlaamse Academici en van 1996 tot 2000 van het Overlegcentrum voor Vlaamse Verenigingen. Hij is voorzitter van de Orde van de Vlaamse Leeuw en lid van de Orde van den Prince en van de Marnixring.
Hij publiceert op regelmatige basis in Doorbraak, politiek maandblad van de Vlaamse Volksbeweging en verder onder meer in Brussels Journal. Ook onderhoudt hij zelf een conservatieve weblog, Vlaamseconservatieven en is hij een van de belangrijkste bloggers van de conservatief-libertarische groepsblog, In Flanders Fields
Hij is lid van K.A.V. Lovania Leuven, een studentenvereniging aangesloten bij het Cartellverband der Katholischen Deutschen Studentenverbindungen.
In 2000 kreeg hij de André Demedtsprijs.
Op 27 januari 2005, kreeg hij de Prijs voor de Vrijheid 2004 die jaarlijks uitgereikt wordt door Nova Civitas omwille van zijn "nobele, consequente en hardnekkige houding bij het verdedigen van de vrije meningsuiting". Hij hield toen de Gustave de Molinari-lezing onder de titel: "De fundamenteelste vrijheid: de vrijheid om te discrimineren".
Hij leunt aan bij de N-VA en is tevens lid van de liberale denktank Nova Civitas en van de denkgroep In de Warande. Naar aanleiding van de veroordeling van het Vlaams Blok door het Belgisch gerecht wegens inbreuken op de antiracismewet verklaarde hij aan een journalist van de linkse krant De Morgen dat, aangezien alle zogenaamd democratische partijen de liberticide racismewet mee hadden goedgekeurd, het nu bijna een morele plicht was om op het Vlaams Blok te stemmen.
Op 5 februari 2006 werd hij opgenomen in de Europese Eresenaat van de BVSE / UEF en hield toen een lezing onder de titel: "De Europese waarden: bescherm ze tegen de waarden van de Europese Grondwet".
In zijn artikelen en lezingen gebruikt Storme graag neologismen; zo vond hij woorden uit als contrafederalisme of fobomanie.
[bewerk] Academische activiteiten en invloed
Matthias Storme publiceert vooral in het privaatrecht en probeert het Belgische recht te verrijken door elementen uit de rechtsvergelijking te integreren. In zijn proefschrift over de goede trouw ontwikkelde hij onder meer het leerstuk van de "lasten" geïnspireerde door de Duitse leer van de Obliegenheiten. Hij bouwde verder aan de vertrouwensleer in het privaatrecht, onder meer in zijn pre-advies voor de Vereniging voor de vergelijkende studie in België en Nederland. Hij werkte aan een verdere systematisering van de algemene begrippen van het vermogensrecht, rond leerstukken als vertegenwoordiging, beschikkingsbevoegdheid, afgescheiden vermogens, trustachtige figuren, eigendom van effecten, systematisering van zekerheidsrechten e.d.
Hij publiceerde rechtstheoretische en rechtshistorische bijdragen over de ontwikkeling van het recht, in het bijzonder over de ontwikkeling van recht doorheen rechtspraak en over de juridisering van sociale verhoudingen. Daarnaast publiceerde hij over rechtsvergelijkende en grondwettelijke vraagstukken en schrijft aan een overzicht van rechtsstelsels van de wereld (zie http://storme.be/rvglpub.html). Hij is namens de Vlaamse regering expert in de Belgische Commissie inzake het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden.
Van 1992 tot de beëindiging van de werkzaamheden in 2003 was hij lid van de Commission on European Contract Law, vervolgens sedert 2000 van de Study Group on a European Civil Code en van de Acquis Group. Beide laatste groepen werken aan het ontwerp van een "Common Frame of reference" voor het contractenrecht in de Europese Unie. Storme is lid van de 10-koppige "CRT" die het werk finaliseert in het kader van het 6e kaderprogramma van de EU. Hij is ook lid van de Académie des Privatistes Européens in Pavia.
Hij startte ook mee het rechtsvergelijkende "Trento common core project" dat geleid wordt door Ugo Mattei (universiteit Torino) en Mauro Bussani (universiteit Trento).
Hij is redacteur van het "European review of private law / Europäische Zeitschrift für privatrecht / Revue européenne de droit privé", dat hij mee oprichtte in 1991. Hij is tevens lid van de kernredactie van het Tijdschrift voor Privaatrecht.