Lijst van uitdrukkingen en gezegden ontleend aan de Bijbel
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z
Dit is een lijst van uitdrukkingen en gezegden ontleend aan de Bijbel die ingang hebben gevonden in het algemeen Nederlands spraakgebruik. Als men deze lijst aanvult, graag erachter ook een directe externe link naar de bewuste bijbelverzen aangeven (gebruik biblija.net). De bijbelvertaling die hiervoor het meest geschikt lijkt is die van de NBG51-vertaling omdat die enerzijds vrij goed overeenkomt met de betreffende zegswijzen en anderzijds niet al te ouderwets van taal is.
[bewerk] A
- Abraham zien - Johannes 8:57
- In Adamskostuum - Genesis 3:10
- Er zit een adder(tje) onder het gras - Genesis 3:1
- De alfa en de omega - Openbaring 1:8
- Zalig de armen van geest - Matteüs 5:3
[bewerk] B
- Babylonische spraakverwarring - Genesis 11:7-9
- De beker aan je voorbij laten gaan - Matteüs 26:39
- De Benjamin van de familie - Genesis 35
- Niet bij brood alleen zult gij leven - Matteüs 4:4
- De buik der goddelozen heeft nimmer genoeg - Spreuken 13:25
[bewerk] D
- Prijs de dag niet voor de avond gevallen is
- Komen als een dief in de nacht - 1 Tessalonicenzen 5:2
- De dood in de pot - 2 Koningen 4:40
- Zelfs een dwaas die zijn mond houdt gaat nog door voor wijs - Spreuken 17:28
[bewerk] F
- Een Farizeeër zijn - Matteüs 23:26
- De Filistijnen over u - Richteren/Rechters 16:9-20
- Naar de Filistijnen - Richteren/Rechters 13:1
[bewerk] G
- Vanwaar Gehazi? - 2 Koningen 5:25
- Wat gij niet wilt dat u geschiedt zo doet dat ook een ander niet - Matteüs 7:12
- Daar zal geween zijn en tandengeknars - Matteüs 8:12
- Hij moest strijden tegen een Goliath - 1 Samuël 17
[bewerk] H
- Je kunt geen twee heren dienen - Matteüs 6:24
- Je broeders hoeder zijn - Genesis 4:9
- Hoogmoed komt voor de val - Spreuken 16:18
[bewerk] J
- Zo arm als Job - Job
- Hij is een echte Judas - Lucas 22:48
[bewerk] K
- Geef de keizer wat des keizers is - Matteüs 22:21
- Zijn kruis dragen (Matteüs 16:24, Marcus 8:34 en Lucas 9:23)
- Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in (Spreuken 26:27)
[bewerk] L
- De laatsten zullen de eersten zijn - Marcus 10:31
- Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde - 1 Korintiërs 13:13
- En zie het was Lea - Genesis 29:25
[bewerk] M
- Wijze en dwaze maagden - Matteüs 25:1-13
- Met dezelfde maat meten - Spreuken 20:10
- Zo oud als Méthusalem - Genesis 5:27
- Al het mijne is het uwe - Lucas 15:31
- Weten waar Abraham de mosterd vandaan haalt - Genesis 22:1-19
- Een geloof als een mosterdzaad - Lucas 17:6
- Muggenziften - Matteüs 23:24
[bewerk] N
- Nederigheid siert de mens (Matteüs 23:12, Lucas 14:11 en 18:14)
- Zie, ik maak alle dingen nieuw (Openbaring 21:5)
- Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde (Jesaja 65:17 en Openbaring 21:1)
- Er is niets nieuws onder de zon. (Prediker 1:10)
[bewerk] O
- Onderzoekt alle dingen en behoudt het goede - 1 Tessalonicenzen 5:19-21
- Zijn handen in onschuld wassen - Matteüs 27:24
- Door het oog van de naald gaan - Matteüs 19:24
- Oog om oog, tand om tand - Exodus 21:24
- Oud en der dagen zat - Genesis 25:8
[bewerk] R
- Een rib uit je lijf - Genesis 2:21-22
- Laat mij toch slokken van dat rode, dat rode daar - Genesis 25:30
- Eigen roem stinkt - Spreuken 27:2
- Een roepende in de woestijn (Mattheüs 3:1-2)
[bewerk] S
- Een Salomonsoordeel (1 Koningen 3:16-28)
- De schellen van de ogen vallen (Handelingen 9:18)
- Nog even slapen, nog even sluimeren, nog even liggen met gevouwen handen... (Spreuken 6:10 en 24:33)
- Het is hier een Sodom en Gomorra - Genesis 18:20
- Sodomie - Genesis 19:4-11
[bewerk] T
- Je talenten niet verspillen - Matteüs 25:14-30
- Een ongelovige Thomas - Johannes 20:24-29
- Alles op zijn tijd - Prediker 3:1
- Geen tittel of jota veranderen - Matteüs 5:18
- De loftrompet blazen - 2 Kronieken 7:6
[bewerk] V
- Eert uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de Here, uw God, u geven zal (Exodus 20:12)
- Vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen
- Gaat heen en vermenigvuldigt u (Genesis 1:28 en 9:1)
- Ik vrees met groten vreze (Lucas 2:9)
- Wie zijn naaste 's morgens in alle vroegte op luidruchtige wijze groet, het worde hem als een vloek aangerekend (Spreuken 27:14)
[bewerk] W
- Wat is waarheid?
- Iemand de andere wang toekeren (Lucas 6:29)
- Oude wijn in nieuwe zakken (Matteüs 9:17, Marcus 2:22 en Lucas 5:37)
- Woest en ledig (Genesis 1:2)
- De woestijn zal bloeien als een roos (Jesaja 35:1)
[bewerk] IJ
- Alles is IJdel(heid) (Prediker 1:2)
[bewerk] Z
- Zeven vette en zeven magere jaren (Genesis 41:25-31)
- Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen (Johannes 8:7)
- Ga heen, en zondig niet meer (Johannes 8:11)
- De verloren zoon (Lucas 15:11-31)
- Wie het zwaard gebruikt, zal door het zwaard omkomen (Matteüs 26:52)
- In het zweet uws aanschijns - Genesis 3:17-19
[bewerk] Literatuur
- Nieuws bijbels lexicon. Woorden en uitdrukkingen uit de bijbel in het Nederlands van nu, Karina van Dalen-Oskam en Marijke Mooijaart, druk 2005, 444 blz, uitgeverij Prometheus/Bert Bakker/Vassallucci - Amsterdam, ISBN 9035128648
[bewerk] Zie ook
- Gezegde (zegswijze) voor algemene overzichten van spreekwoorden en gezegden
