Latijnse ritus
De Latijnse ritus is de verzamelnaam voor de liturgievormen van de H. Mis zoals die standaard worden gehanteerd in de Latijnse kerk oftewel de kerk van het Westen. Dit ter onderscheiding van de Oosterse ritus, de liturgievormen die gehanteerd worden in de al dan niet met Rome geünieerde kerken in het Oosten. De Oosterse ritus is zeer divers en gebruikt veelal klassiek Grieks, Oud-Kerkslavisch, Hebreeuws, Aramees of klassieke volkstalen. Het gebruik van het Latijn was vanaf ongeveer het jaar 300 universeel in de Kerk van het Westen (westelijke Romeinse Rijk) die vandaar ook Latijnse Kerk ging heten; maar reeds vanaf 150 n. Chr. verving het Latijn in de westerse Kerk het Grieks langzaamaan.
Inhoud |
[bewerk] Indeling
Tot de Kerk van de Latijnse ritus oftewel de Latijnse Kerk behoren vanouds de gebieden met de volgende Latijnse kerkliturgieën:
[bewerk] Ambrosiaanse ritus
Ritus van de H. Ambrosius van Milaan. Deze ritus beslaat ongeveer het gebied van het huidige aartsbisdom Milaan in Italië.
[bewerk] Mozarabische ritus
Ritus van delen van het Iberisch schiereiland. Tegenwoordig uitsluitend nog de streken van en rond Toledo en Zaragoza.
[bewerk] Gallicaanse ritus
Ritus zoals gebruikelijk in grote delen van Gallië en het latere Frankrijk. Sinds de 19e eeuw vrijwel geheel verdrongen door de Romeinse ritus.
[bewerk] Romeinse ritus
Getalsmatig veruit de grootste ritus van zowel de Latijnse als de gehele Rooms-katholieke Kerk. Ritus gebaseerd op de liturgie van de eerste christenen van Rome en de pausen van de Oudheid. Tot de categorie van de Romeinse ritus behoren ook haar varianten: de Ritus van de Dominicanen, de Ritus van de ongeschoeide Karmelieten, en de Ritus van Braga (regio Braga, Portugal). De apart Mozarabische, Ambrosiaanse en Gallicaanse ritussen zijn voor een belangrijk deel ontstaan uit de voorloper van de oorspronkelijke Romeinse ritus, maar zij hebben zich uiteindelijk later als zelfstandige - van de Romeinse ritus gescheiden - Latijnse liturgie ontwikkeld (zie hierboven).
De Romeinse ritus gold buiten de boven genoemde ritusgebieden als de dominante ritus in de Westerse Kerk. Zo namen Bonifatius en ook Willibrordus een missaal van de toenmalige versie van de Romeinse ritus mee naar de Nederlanden en Midden-Duitsland.
De Romeinse ritus werd definitief gecodificeerd (vastgelegd) op instigatie van het Concilie van Trente (1546-1564) in 1570 door de H. Paus Pius V. Zij wordt door sommigen de Ordo Missae genoemd ter onderscheiding van de Novus Ordo Missae. Deze Romeinse ritus of - meer populair: Tridentijnse ritus - werd na 1570 het meest gebruikelijk in de Kerk van de Latijnse ritus. De gestandardiseerde ritus van Paus Pius V verdrong lokale varianten en gebruiken en was zodoende een belangrijk middel om tot liturgische eenheid te komen binnen de Rooms-Katholieke Kerk in het westen. De Romeinse ritus in zijn Tridentijnse vorm werd door de Rooms-Katholieke geestelijkheid over de gehele wereld meegenomen en werd als zodanig ook de liturgie van de katholieken in zowel Noord- en Zuid-Amerika, alsmede van delen van Afrika en Azië.
Door Paus Pius XII (1939-1958) en Johannes XXIII (1958-1963) werden voor de Romeinse ritus enige liturgische veranderingen uitgevaardigd. Zo kwam in 1955 een aangepaste liturgie voor de Goede Week tot stand en schafte Johannes XXIII in 1961 sommige feesten en het Confiteor voor de H. Communie af.
[bewerk] Liturgievernieuwing Vaticanum II
In 1963 kwam op het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) de constitutie over de liturgie Sacrosanctum Concilium tot stand. Deze constitutie werd van 1965 tot en met 1969 door het Consilium ad exsequendam Constitutionem de sacra Liturgia in het Vaticaan uitgewerkt. In 1969 werd hun werk door de paus aanvaard en bekendgemaakt, wat aanzienlijke protesten opriep bij conservatieven in het Vaticaan en de Wereldkerk.
In 1970 werd n.a.v. het Tweede Vaticaans Concilie en het Aggiornamento door Paus Paulus VI (1963-1978) een nieuwe standaardliturgievorm ingevoerd voor de Romeinse ritus, de Novus Ordo Missae. Deze 'Novus Ordo' wordt door specialisten als een nieuwe ritus beschouwd gezien de aanzienlijke veranderingen die ermee gepaard gingen. De nieuwe ritus verspreidde zich over de gehele wereld en liet ook de overige Latijnse liturgieën (Ambrosiaanse, Mozarabische) niet onaangetast - veelal verdrong zij deze riten zelfs. Alhoewel deze nieuwe ritus ook in een Latijnse versie bestaat wordt ze bijna uitsluitend in de volks- of landstaal opgedragen.
Alhoewel de oude Romeinse ritus nooit formeel verboden werd, werd het gebruik ervan universeel ontmoedigd sedert de invoering. Bovendien ondernam het Vaticaan stappen om de oude ritus te doen verdwijnen. Vandaag de dag worden bijna uitsluitend missen in de Nieuwe of Vernieuwde Romeinse ritus (Novus Ordo Missae) opgedragen. Deze nieuwe ritus verdrong in de Latijnse Kerk zowel de oude Romeinse of Tridentijnse ritus alsook de Ambrosiaanse en Mozarabische riten.
Het aantal missen dat in de oude Romeinse of Tridentijnse ritus opgedragen wordt neemt elk jaar toe, maar blijft relatief gering in Nederland en België. Het vrije gebruik van deze oude Latijnse ritus van Rome (Romeinse ritus) blijft een belangrijke vraag van de traditionalistische Rooms-Katholieken tot op de dag van vandaag.