Lamellae
Lamellae is het Latijnse woord voor flappen, of ribbels. Het Nederlandse woord lamellen, de lichtregulerende raamgordijnen, is er van afgeleid.
In de biologie betreft het geribbelde of gevouwen weefsels, zoals de boeklongen van spinnen, die bestaan uit gevouwen weefselplooien met zuurstofopnemende cellen.
Bij gekko's, kleine hagedissen die zelfs over glas kunnen lopen, betreft het de tenen, waarvan de onderzijde voorzien is van kleine huidplooien. Elke plooi bevat miljoenen zeer kleine haar-achtige structuren, die met het blote oog niet waargenomen kunnen worden. De haartjes zijn zo klein, en hebben elk weer zoveel uitlopers, dat ze een kracht opwekken die alleen op zeer kleine schaal plaatsvindt.
Een liter water bijvoorbeeld blijft niet aan het plafond plakken, maar een enkele druppel wel. Dit heeft te maken met het feit dat het oppervlak groot genoeg is om het gewicht te dragen en zo de zwaartekracht te weerstaan. Door de extreem kleine haartjes wordt het feitelijke contactoppervlak zo groot dat een gekko van veertig kilogram nog wel aan het plafond kan hangen. Deze krachten, die alleen werken op moleculair niveau, heten Van der Waals krachten.
[bewerk] Externe link
Categorieën: Latijn | Dierenanatomie | Gekko | Anolis