Knikkende vogelmelk
Knikkende vogelmelk | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Ornithogalum nutans |
De knikkende vogelmelk (Ornithogalum nutans) is een lage plant uit de Aspergefamilie, maar viel vroeger onder de Hyacinthenfamilie.
Inhoud |
[bewerk] Kenmerken
De 6 cm grote bloem bestaat uit twee drietallen witte kroonbladen. Evenals bij de vaker voorkomende gewone vogelmelk zijn de kroonbladen aan de onderzijde voorzien van een groene streep die tot aan het einde van het kroonblad loopt. De bloemen hangen in een trosvorm aan een 40-50 cm lange stengel. Waar de bloemen van de gewone vogelmelk naar boven open staan, hangen ze bij de knikkende vogelmelk zijwaarts of omlaag geknakt. De bloei vindt plaats van april tot mei.
De bladeren zijn breed, lijnvormig en kunnen een halve meter lang worden, ongeveer even lang als de bloemstengel.
[bewerk] Verspreiding
De plant is afkomstig uit het Middellandse-Zeegebied: het westen van Turkije en het oosten van Griekenland. Rond 1600 is de plant op de Hortus in Leiden ingevoerd, van waaruit ze zich over de stad verspreidde.
In Nederland komt ze vrijwel uitsluitend als stinzenplant voor op landgoederen vlak achter de kust. De grond bestaat uit voedselrijke, vochtige, kalkhoudende grond in loofbossen. Buiten de kuststrook en in België komt ze niet of slechts sporadisch voor.
In Nederland is de plant beschermd in het kader van de Flora & Faunawet. Ze is hierin opgenomen op de lijst met beschermde inheemse plantensoorten.
Waar de gewone vogelmelk zich vooral vegetatief voortplant, zet de knikkende vogelmelk ook goed zaad en verspreidt zich ook door zaadverspreiding.
[bewerk] Tuin
De plant kan heel best wat schaduw hebben, en doet het dan ook goed als onderbegroeiing bij struiken op halfopen plaatsen. Op een humusrijke, wat vochtige grond zullen ze zich goed vermenigvuldigen.