Kaspische Zee
De Kaspische Zee (Russisch: Каспийское море) is een grote door land omsloten zoutwatervlakte op de grens van Europa en Azië en daarmee behalve een zee ook het grootste meer van de wereld. De oppervlakte bedraagt 371.000 km².
De zee wordt omsloten door Rusland (inclusief de deelrepublieken Kalmukkië en Dagestan), Kazachstan, Turkmenistan, Iran en Azerbeidzjan.
De voornaamste rivieren die de zee voeden zijn de Wolga, de Oeral, de Terek en de Koera.
De Kaspische Zee ligt circa 28 meter onder NAP en daarmee ligt een groot deel van het kustgebied, waaronder de Kaspische Laagte eveneens onder zeeniveau. Het waterpeil van de zee is ten gevolge van de geringe hoeveelheid neerslag en de door stuwdammen afgenomen watertoevoer vanuit de Wolga de laatste decennia afgenomen. In een verder verleden is de zee echter nog kleiner geweest dan tegenwoordig. De zee is het diepst in het zuidelijke deel; het noordelijke bekken is op de meeste plaatsen zeer ondiep. De beide bekkens worden gescheiden door een ondieper gedeelte dat de verbinding vormt tussen de schiereilanden Apsjeron (Azerbeidzjan) en Tsjeleken (Turkmenistan). Tot de zee behoort ook de nagenoeg afgesloten inham Kara Bogaz Göl in Turkmenistan.
De zee is rijk aan olievoorraden (wat de vaststelling van de zeegrenzen tussen de verschillende landen bemoeilijkt) en brengt via de steurenpopulatie beroemde kaviaar voort. Tevens is het een belangrijke vindplaats van carnalliet, een grondstof die gebruikt wordt voor de productie van magnesium. De voornaamste havenstad is Astrachan, die enigszins in het binnenland ligt, aan de Wolgadelta.
[bewerk] Historische vermelding
In de Vedas wordt de Kaspische Zee ook wel Kashyapa Mira genoemd. (De zee van Kashyapa: een beroemde Rishi. )