Jan IV van Brabant
Jan IV (Atrecht, 11 januari 1403 – Brussel, 17 april 1427) was hertog van Brabant en Limburg van 1415 tot aan zijn dood.
Hij was de oudste zoon van Antoon van Bourgondië en Johanna van Saint-Pol. Tot zijn meerderjarigheid in 1418 (15 jaar naar het Ripuarische gewoonterecht) stond hij onder regentschap van de Staten van Brabant.
Hij huwde met Jacoba van Beieren, met wie hij echter spoedig in onmin raakte, onder meer omwille van haar bedenkelijke huwelijkstrouw en omdat hij haar belangen als gravin van Holland en Zeeland onvoldoende verdedigde tegen de drijverijen van haar oom Jan van Beieren. Zijn eigenzinnig beleid van centralisatie stuitte in de Brabantse steden op verzet. Toen Jacoba hem in 1420 verliet, kozen de Staten van Brabant partij voor haar en riepen Filips van Saint-Pol, Jans jongere broer, tot ruwaard uit.
Een reactie van de hertog werd verhinderd door een opstand van de Brusselse ambachtsgilden, zodat hij uiteindelijk moest plooien. Als verzoening stond Jan nieuwe stadsprivileges toe, het Nieuw Regiment (1422), dat de macht van de Staten van Brabant nog uitbreidde. Nu keerden de kansen, en steunden de Staten hertog Jan IV tégen zijn echtgenote Jacoba. Haar graafschap Henegouwen werd veroverd en ook in Holland en Zeeland werd Jan in 1425 gehuldigd als graaf.
Hertog Jan IV is vooral bekend als de mede-stichter van de Universiteit van Leuven (1425), de eerste universiteit in de Nederlanden.
Voorganger: Antoon van Bourgondië |
Hertog van Brabant | Opvolger: Filips van Saint-Pol |