Herman Meijer (politicus)
Herman Meijer (Eindhoven, 1947) is een Nederlands politicus voor GroenLinks. Hij is een afgestudeerd architect en stedenbouwkundige.
Hij was actief in de studentenbeweging, de radicale homo-emancipatiebeweging (Rooie Flikkers - als homotravestiet Hermien, Roze Links) en vredes- en anti-racismecomités. Ook was hij een van de oprichters van de beweging Christenen voor het Socialisme.
Sinds 1970 woont hij in een wooncollectief te Rotterdam.
Inhoud |
[bewerk] Politieke loopbaan
Vóór het ontstaan van GroenLinks in 1990 was Meijer lid van de in deze politieke groepering opgegane politieke partijen CPN en PSP.
In de periode 1990-2002 was hij voor GroenLinks raadslid van de gemeente Rotterdam; van 1994 tot 2002 was hij tevens wethouder, een plek waarvoor hij zijn verkiezing tot Tweede Kamerlid liet vallen.
In 2003 werd hij verkozen tot partijvoorzitter van deze politieke partij, als opvolger van Mirjam de Rijk. Zijn streven werd het van GroenLinks het centrum te maken van alle emancipatiebewegingen en de sturende factor van emancipatie te worden. De oude CPN ten tijde van het fractievoorzitterschap van Ina Brouwer had al zo'n streven.
Hij trad op 2 april 2006 af naar aanleiding van de affaire-Pormes. De partijraad had het royement van het in opspraak geraakte Eerste Kamerlid Sam Pormes ongedaan gemaakte; dit zinde Meijer niet met als gevolg dat hij opstapte. Ook de andere bestuursleden van GroenLinks wensten om die reden op te stappen maar bleven op verzoek van Herman Meijer aan.
[bewerk] Homopolitiek en maatschappijanalyse
Meijer analyseert de samenleving vanuit het oogpunt van onderdrukte seksuele identiteiten en niet-gewenste onderdrukking van seksuele gevoelens en is een fel tegenstander van heteronormaliteit. Niet alleen zijn eigen homo-identiteit neemt hij als referentiekader, ook de 'uitvallers' (transgenders, pedofielen, werkers in de prostitutie) van de seksuele revolutie en de homo-emancipatie hebben zijn interesse. Hij noemt zichzelf in dit kader provocatief ook wel polymorf pervers.
Ten aanzien van pedofilie stelt hij enerzijds dat de seksualiteit (gevoelens èn lichaamssensaties) ontkend en getaboeïseerd worden, maar ook de gevoelens van pedofielen. Hij noemt het een 'dubbele taboeïsering'. Tegelijk verzet hij zich tegen seksuele uitbuiting van kinderen en incest. Ook de inversietheorieën van pederasten kunnen in zijn ogen geen genade vinden.
Zijn theoretische bevindingen omtrent onterechte taboeïsering worden gestaafd door diverse onderzoeken die verricht zijn door Jos Frenken, Theo Sandfort en Paul Vennix naar de gevolgen van pedofiele relaties en pedoseksuele handelingen met minderjarige jongens: lang niet alle jongens hadden - achteraf - negatieve gevoelens over het gebeurde.
Meijer weigert ten aanzien van zijn eigen gevoelens voor jongens die als 'pedofiel' te benoemen; indachtig zijn visie dat leeftijdsgrenzen een onderdeel vormen van de dubbele taboeïsering noemt hij zichzelf gewoon homoseksueel. Een beruchte uitspraak van hem in dit verband is: “Ik kan ook wel op een knaapje vallen. Men gaat ervan uit dat je met een kind geen erotische verhouding kan hebben, zonder het te benadelen. Kinderen zouden minder verstandig zijn en niet goed duidelijk kunnen maken wat ze wel of niet willen. Onzin. Alle leeftijdsgrenzen moeten gewoon uit de zedelijkheidswetgeving worden geschrapt.”[1]
Samen met Roze Links pleitte hij voor afschaffing van de leeftijdsgrenzen in de zedenwetgeving en zelfs het geheel afschaffen van die wetgeving. Gewelddaden en anderszins seksueel misbruik en uitbuiting zouden volgens Roze Links gewoon als delicten in de zin van het Wetboek van Strafrecht behandeld kunnen worden.
Toen de Tweede Kamer in 1998 in Nederland, waarschijnlijk mede gemotiveerd door de Belgische Zaak-Dutroux, van plan was seksuele handelingen door een volwassene met een minderjarige met een leeftijd tussen de 12 en 16 jaar van een klachtdelict terugveranderd werd in een strafdelict, liet Roze Links naast de Vereniging Martijn zich als 'laatste der Mohikanen' van de seksuele revolutie gelden door scherp tegen de op handen zijnde wetswijziging protesteren.
[bewerk] Lichaamspolitiek
Meijer is een aanhanger van de leer die ten grondslag ligt aan de Reichiaanse lichaamstherapie, waarin centraal staat dat aanrakingen emoties kunnen opwekken en daardoor (seksuele) taboes kunnen helpen doorbreken. Hij is daarom voorstander van meer lichamelijke expressie, bijvoorbeeld door sport, dans en lichamelijke opvoeding. Ook is hij voorstander van 'vrije liefde' en 'vrije seksualiteit'. Met dat laatste bedoelt hij eerder het toelaten van seksuele gevoelens dan het hebben van seks. Hij gebruikt de term 'lusteconomie' om daarmee het gebrek aan lichamelijkheid in de westerse samenleving te kunnen problematiseren. Hij pleit op grond van deze visie voor meer openbare ontmoetingsplaatsen en kinderspeelpekken in stedelijke omgevingen.
Meijer heeft in het verleden scherpe conflicten gehad met lesbisch feministen omtrent zijn visie over seksualiteit en lichamelijkheid. Hem werd verweten geen oog te hebben voor de gevolgen van zijn visie voor vrouwen. Hij heeft daarop die visie bijgesteld, knarsetandend over de kwalijke rol van seksueel intimiderende heteromannen.
[bewerk] Externe link
Bron(nen): |