Stedenbouwkundige
Een stedenbouwkundige doet onderzoek naar wenselijke en mogelijke ontwikkelingen voor bestaande en nieuw in te richten gebieden inc. de openbare ruimte. Men maakt daarbij gebruik van rapporten en haalbaarheidsstudies, technische middelen, schetsvoorstellen, etc. De voorstellen worden in conceptvorm gepresenteerd en men heeft veelvuldig overleg met betrokken werkgroepen, opdrachtgevers, w.o. gemeenten, particuliere instellingen en andere belanghebbenden.
In latere fasen worden de plannen binnen wettelijke kaders Wet Ruimtelijke Ordening en Woningwet ter visie gelegd in de vorm van z.g. "bestemmingsplannen" (Nederland) of een "Bijzonder plan van aanleg" (Vlaanderen). Deze plannen liggen dan ter inzage voor de burgers. Het betreft vaak tekeningen, toelichting en maquettes voor nieuw in te richten gebieden of renovatie van bijvoorbeeld een vooroorlogse woonwijk. Bijzondere aandacht wordt daarbij gevestigd op eventuele onteigeningen. De inrichting van o.m. groenvoorziening en landschap, recreatiegebieden en industrie, kunnen deel uitmaken van de stedenbouwkundige discipline. In toenemende mate wordt de computer ingezet als instrument voor visualisering van het ontwerp CAD. De stedenbouwkundige is daarmee iemand die werkt op het grensvlak van planologie en architectuur. Het vakgebied van de verkeerskunde heeft ook raakvlakken met het werk van de stedenbouwkundige. Hij of zij is doorgaans werkzaam bij Overheid of Architectenbureau.
Een bijzondere uitingsvorm van stedenbouwkunde uit de twintigste eeuw is het zogenaamde Nieuwe Bouwen, vooral geïnspireerd op Tony Garnier en Le Corbusier.
[bewerk] Opleiding
Een stedenbouwkundige heeft een hogere stedenbouwkundige opleiding. Aan universiteit en hogeschool is het een Master na Master, dwz. dat men vooraf reeds een Master-opleiding heeft voltooid. Dit kan een opleiding zijn aan een:
- Academie van Bouwkunst
- Academie voor Stedenbouw, Verkeer en Logistiek
- Architectenschool
- Industrieel of burgerlijk Ingenieur
- Technische Universiteit