Gistel
Stad Gistel | |
---|---|
ligging binnen het arrondissement Oostende in de provincie West-Vlaanderen |
|
Wapen | Vlag |
Geografie | |
Gewest | Vlaanderen |
Provincie | West-Vlaanderen |
Arrondissement | Oostende |
Geografische ligging | 51°9′NB 2°58′OL |
Oppervlakte | 42,25 km² |
Bevolking (Bron: NIS) | |
Inwoners – Mannen – Vrouwen – Bevolkingsdichtheid |
11.125 (01/01/2006) 49,43% 50,57% 263 inw./km² |
Leeftijdsopbouw 0–19 jaar 20–64 jaar 65 jaar en ouder |
(01/01/2006) 25,10% 58,04% 16,86% |
Buitenlanders | 0,89% (01/07/2005) |
Economie | |
Werkloosheidsgraad | 6,82% (01/01/2006) |
Gemiddeld inkomen | 12.083 euro/inw. (2003) |
Politiek | |
Burgemeester | Roland Defreyne (VLD) |
Bestuur | VLD, N-VA |
Zetels VLD CD&V sp.a N-VA |
21 8 5 5 3 |
Deelgemeenten met postcode | |
Postcode | Deelgemeente |
8470 8470 8470 8470 |
Gistel Moere Snaaskerke Zevekote |
Overige info | |
Zonenummer | 059 |
NIS-code | 35005 |
Politiezone | Kouter |
Webadres | www.gistel.be |
Gistel is een plaats en stad in de provincie West-Vlaanderen in België. Dit polderstadje telt ruim 11.000 inwoners die als bijnaam "Hovelingen" hebben.
Gistel is vooral bekend door zijn Flandriens: voormalig wielrenner Johan Museeuw, winnaar van onder andere de Ronde van Vlaanderen, en Sylvère Maes, winnaar van onder andere de Ronde van Frankrijk in 1936 and 1939.
Belangrijk evenement is de jaarlijkse St.-Godelieveprocessie, rond de Heilige Godelieve van Gistel. Het ter Hare ere opgerichte slotklooster, Abdij Ten Putte, is één van de bekendste West-Vlaamse bedevaartsoorden.
Inhoud |
[bewerk] Kernen
Naast de stedelijk hoofdgemeente Gistel zijn ook de landelijke dorpen Moere, Snaaskerke en Zevekote deelgemeenten van Gistel. Moere en Zevekote waren voor 1971 zelfstandige gemeenten terwijl Snaaskerke in 1977 bij Gistel werd gevoegd.
# | Naam | Oppervlakte | Bevolking |
---|---|---|---|
I | Gistel | 16,88 | |
II | Moere | 9,84 | |
III | Zevekote | 6,91 | |
IV | Snaaskerke | 8,62 |
De gemeente Gistel grenst aan de volgende dorpen:
|
[bewerk] Kaart
[bewerk] Geschiedenis
In de naam Gistel ligt de ontwikkelingsgeschiedenis van het landschap en het kontact tussen de polder- en zandstreek besloten. Gistel zou van het Germaanse ‘geest’ en ‘lo’ komen, wat betekent: open bos op hogere zandgrond, nabij moerassen. Gistel ligt dan ook op een oude zandheuvelrug met zowel in het noorden (naar de zee op) als in het zuiden (meer land inwaards) lager gelegen gebieden.
Dat Gistel reeds vermeld zou staan in de 9e eeuwse aantekeningen van de Noormannen staat ter discussie. Officieel neemt men aan dat de eerste documenten die Gistel vermelden uit de 10e eeuw zijn. Volgens deze documenten zou Gistel in deze periode een gunstige ligging hebben aan de zee (zie ook walraversijde).
In de middeleeuwen was Gistel (ook wel een Gestella/Gistella of Ghistelle/Ghestelle genoemd) een Graaflijke heerlijkheid, Gistel-Ambacht. De groei van Gistel moet te danken zijn aan de bevaarbaarheid van een kreek, waardoor deze vooruitgeschoven plek langs de toemalige grillige kustlijn, een strategische positie verwierf in de verdediging tegen de Noormannen. Zolang de kreek bevaarbaar bleef ontwikkelde Gistel zich tot een haven- en handelsnederzetting. In de 12e eeuw kende de stad zelfs een versterkte vesting met zes poorten.
Na ruim 400 jaar van grote bloei kreeg Gistel in 1488 de doodsteek ingevolge de vernieling en plundering van de stad door de troepen van Maximiliaan van Oostenrijk. Opeenvolgende oorlogen en plunderingen maakten de heropstanding onmogelijk.
Met de aanleg van de steenweg Oostende-Wijnendale (18e eeuw) en de spoorweg Oostende-Torhout ,Spoorlijn 62(19e eeuw), kreeg Gistel nieuwe impulsen en kende de stad een groei rond de genoemde verkeersknooppunten. De realisatie van E40 (A18) verhoogde de bereikbaarheid van Gistel in belangrijke mate. Met een eigen industrieterein en bruisend handelscentrum werd verhinderd dat Gistel een slaapstad zou worden van Oostende.
[bewerk] Demografische evolutie
- Bron:NIS - Opm:1806 t/m 1970=volkstellingen op 31 december; vanaf 1977= inwoneraantal per 1 januari
- 1971: aanhechting van Moere en Zevekote (+16,75 km² met 1.722 inwoners)
- 1977: aanhechting van Snaaskerke en een gebiedsdeel van Westkerke (+9,49 km² met 1.036 inwoners)
[bewerk] Bezienswaardigheden
[bewerk] St.-Godelieveprocessie
Het stadje Gistel is zonder twijfel de bakermat van de Godelieveverering in Vlaanderen en Noord-Frankrijk. Hoogtepunt in de verering is de St.-Godelieveprocessie. Deze gaat uit door het dorpcentrum op de eerste zondag na 5 juli.
[bewerk] Abdij Ten Putte
Op het einde van de elfde eeuw werd op de plaats van de marteldood van de Heilige Godelieve een vrouwenklooster gesticht. Nu nog is Abdij Ten Putte één van de meest bezochte West-Vlaamse bedevaartsoorden.
[bewerk] Sint-Godelievemuseum
Het Sint-Godelievemuseum is gelegen binnen de muren van de abdij Ten Putte.
[bewerk] Oostmolen
Aan de oostelijke rand van het stadscentrum bevindt zich de site van de Oostmolen, een typische Vlaamse staakmolen.
Door zijn dubbele functie van graan- en oliemolen dient de Oostmolen beschouwd te worden als een enig exemplaar onder de staakmolens. Het wiekenkruis is niet alleen een aandrijfbron voor de twee koppels maalstenen in de draaibare molenkast maar ook voor de olieslagerij in het stampkot. De molen is reeds vermeld in 1302. Aanvankelijk was het een banmolen, gezien iedere tiende schep graan aan de Heer van Gistel moest worden afgestaan.
De bezettingstroepen van Maximiliaan van Oostenrijk staken in 1488 de molen in brand, samen met de Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk en het kasteel. Een tweede molen verdween tijdens de godsdiensttroebelen op het einde van de 16e eeuw.
De molen staat afgebeeld op de kaart van Jacob Van Deventer (ca. 1659-1573) en op de Sanderusgravure (1641). Het huidige molengebouw dateert uit de 18e eeuw en staat op de Ferrariskaart (1770-1778).
De Oostmolen was een typische Vlaamse staakmolen die oorspronkelijk op bakstenen teerlingen was geplaatst. In 1841 werd hij door Karel Peel Keckaert op een torenkot geplaatst om er zo een oliemolen of stampkot van te maken. In 1933 werden de wieken onder impuls van eigenaar en molinoloog Alfred Ronse verdekkerd, dit als één van de eerste molens in West-Vlaanderen. Vanaf 1934 werd de molen niet meer gebruikt. In 1971 schonk de familie Ronse de molen aan de stad Gistel. Na een brand in 1979 werd de staakmolen volledig heropgebouwd tussen 1979 en 1982 door de Gistelse molenbouwersfamilie Peel o.l.v. ingenieur-architect W. Snauwaert. De inhuldiging van de gerestaureerde graan- en olieslagmolen vond plaats op 19 mei 1984.
Op 26 juni 1999, bij windstil weer, brak plots één houten wiek van de Oostmolen af. Om veiligheids-redenen werd daarna ook de wiek in het verlengde van de afgebroken wiek verwijderd. De sinds 1942 als monument geklasseerde Oostmolen staat er al die tijd troosteloos bij. Het restauratiedossier heeft jaren aangesleept. Terwijl mensen uit de praktijk, zoals molenaar en molenbouwer, opteerden voor lichtere metalen wieken, bleef Monumenten en Landschappen kiezen voor houten wieken. De restauratie van de volledige molen (met houten wieken) werd toegewezen aan de Nederlandse molenbouwer Adriaens. De werken zullen 282.414 € kosten en worden voor 80 procent gesubsidieerd door het Vlaamse Gewest. Momenteel wordt het torenkot gerestaureerd. Na volledige restauratie zal deze unieke molen, waarmee zowel lijnzaadolie als meel wordt geproduceerd, opnieuw draaien en binnenin bezichtigd kunnen worden.
De nabijgelegen, sinds 1997 geklasseerde, molenhoeve wordt omgebouwd tot cafetaria en het is de bedoeling dat er in de bijgebouwen een bezoekerscentrum komt.
[bewerk] O.L.-Vrouwekerk
Het stadspark wordt beheersd door de monumentale neogotische Onze-Lieve-Vrouwekerk. De rechter beuk is volledig gewijd aan de Heilige Godelieve.
[bewerk] Wandel- en fietspaden
Gistel wordt doorkruist door het internationaal fietspad langs het Kanaal Plassendale - Nieuwpoort en het provinciaal fietspad langs de oude spoorwegbedding "de groene 62". Daarnaast zijn er ook nog tientallen fietsroutes uitgestippeld.
[bewerk] Windmolenpark
De aanleg van een nieuw windmolenpark in Gistel is begonnen (langs de A18/E40 ten oosten van de afrit Gistel). De realisatie heeft wat op zich laten wachten doordat de luchthaven van Oostende verzoek tot schorsing had ingediend bij de Raad van State.
Het omvat vier windturbines van van elk een nominaal vermogen van 2.000kW. De geraamde productie is ongeveer gelijk aan elektriciteitsverbruik van ongeveer 5.000 gezinnen (16.000.000 kWh per jaar). Hiermee wordt jaarlijks een CO2-besparing van 12.160 ton gerealiseerd. De vier turbines hebben een ashoogte van 85 meter en wieken met een lengte van 35 meter. Die wieken steken op hun hoogste punt 120 meter boven de grond uit. De gezamenlijke investeringskost bedraagt circa 9.500.000 EURO. De nieuwe turbines zullen wellicht proefdraaien in de periode februari-maart 2007.
[bewerk] Bekende Inwoners
- Johan Museeuw (Wielrenner, winnaar van onder andere de Ronde van Vlaanderen)
- Sylvère Maes† (Wielrenner, winnaar van onder andere de Ronde van Frankrijk)
- Marvin Gaye woonde begin jaren '80 een kleine twee jaar in Moere
[bewerk] Externe link
Bron(nen): |
|
|
|
---|---|
Alveringem | Anzegem | Ardooie | Avelgem | Beernem | Blankenberge | Bredene | Brugge | Damme | De Haan | De Panne | Deerlijk | Dentergem | Diksmuide | Gistel | Harelbeke | Heuvelland | Hooglede | Houthulst | Ichtegem | Ieper | Ingelmunster | Izegem | Jabbeke | Knokke-Heist | Koekelare | Koksijde | Kortemark | Kortrijk | Kuurne | Langemark-Poelkapelle | Ledegem | Lendelede | Lichtervelde | Lo-Reninge | Menen | Mesen | Meulebeke | Middelkerke | Moorslede | Nieuwpoort | Oostende | Oostkamp | Oostrozebeke | Oudenburg | Pittem | Poperinge | Roeselare | Ruiselede | Spiere-Helkijn | Staden | Tielt | Torhout | Veurne | Vleteren | Waregem | Wervik | Wevelgem | Wielsbeke | Wingene | Zedelgem | Zonnebeke | Zuienkerke | Zwevegem |
|
België | Provincies | Gemeenten |