Geldersch-Overijsselsche Lokaalspoorweg-Maatschappij
Geldersch-Overijsselsche Lokaalspoorweg-Maatschappij |
|
Land | Nederland |
Actief vanaf-tot | 1881-1928 |
Hoofdvestiging | Winterswijk |
Aandeelhouders | Jan Willink, textielfabrikanten uit Enschede |
Traject(en) | Winterswijk-Enschede/Hengelo, Winterswijk-Zevenaar |
Totaal km | 131 km |
Website geen |
De Geldersch-Overijsselsche Lokaalspoorweg-Maatschappij of GOLS was een spoorwegmaatschappij die enkele lokaalspoorwegen tussen Gelderland en Overijssel beheerde. Oprichter was de Winterswijkse textielfabrikant Jan Willink, die in 1878 al de spoorweg tussen Borken – Winterswijk – Zutphen aanlegde.
[bewerk] Oprichting
Op 9 augustus 1878 kwam de Lokaalspoorwegwet tot stand, waarmee aanleg van goedkopere lijnen mogelijk werd. De wet regelde namelijk een eenvoudiger beveiliging en een lagere asdruk. Baanwachterswoningen met bijbehorend personeel waren niet langer verplicht op lokaalspoorwegen, waarbij de maximale snelheid echter op 30 km/h werd gesteld.
De Twentse textielfabrikanten waren gebaat bij een spoorlijn tussen Winterswijk – Groenlo – Eibergen – Neede – Haaksbergen – Hengelo/Enschede. Onderling werd een comité opgericht dat de komst van spoor naar Enschede moest bevorderen. Hoewel de fabrikanten felle concurrenten van elkaar waren, werkte men goed samen en werd veel tijd in de ontwikkeling gestoken.
Op 18 juni 1881 richtte Jan Willink de GOLS op. De GOLS zou twee hoofdlijnen gaan exploiteren, met twee zijlijnen.
- Winterswijk – Boekelo – Hengelo
- Boekelo – Enschede
- Winterswijk – Doetinchem – Zevenaar
- Doetinchem – Ruurlo – Neede
De lijnen Winterswijk – Hengelo en Ruurlo – Neede werden op 15 oktober 1884 geopend. De lijn Winterswijk – Zevenaar kwam al snel op losse schroeven te staan, omdat de textielfabrikanten aan deze lijn veel minder belang hechtten dan aan de andere lijnen. Uiteindelijk werd Winterswijk – Zevenaar op 15 juli 1885 geopend. Op 7 december 1885 kwam de verbinding tussen Boekelo en Enschede gereed. Het GOLS-netwerk was daarmee 131 kilometer lang.
[bewerk] Exploitatie
De uitvoering van de treindiensten werd toebedacht aan de Staatsspoorwegen (SS). Deze exploiteerden de pasgeopende Betuwelijn tussen Elst en Rotterdam en konden het lokaalspoorwegnet van de GOLS eventueel hiermee verbinden, waardoor een belangrijke verbinding tussen Enschede en Rotterdam zou ontstaan. In 1882 sloot Willink een exploitatieovereenkomst met de SS. Deze schafte onmiddellijk vijf nieuwe stoomlocomotieven aan voor het uitvoeren van de dienstregeling, maar dat bleek voorbarig. De regering was namelijk bang dat de SS te veel monopolie zou verkrijgen in het oosten van het land en bepaalde dat de exploitatie van de GOLS-lijnen en de Betuwelijn naar de HSM zou gaan. De SS was hier niet van gediend en zo ontstonden in Enschede en Hengelo eigen GOLS-stations, omdat de GOLS geen toegang tot de bestaande emplacementen van de SS kreeg.
[bewerk] Einde van de GOLS
Al in 1893 wilde de HSM de winstgevende GOLS overnemen, maar dit lukt niet. In 1920 kreeg de HSM toestemming van de regering om de spoorlijnen van de GOLS, de EO (Enschede – Oldenzaal) en de KNLS over te nemen. De GOLS werd in 1928 opgeheven. In 1926 ging ook de eerste spoorlijn van Twente, Almelo – Salzbergen, over in handen van de HSM. Daarmee waren het de twee grote nationale spoorwegmaatschappijen die het voor het zeggen hadden in Twente. De concurrentie nam verder af en dit kwam tot een hoogtepunt bij de fusie van beide bedrijven tot Nederlandse Spoorwegen.
Spoorlijnen werden gesloten wanneer ze niet rendabel waren en zo eindige na 1935 het reizigersvervoer op de GOLS-lijn Winterswijk – Enschede/Hengelo. Het goederenvervoer tussen Haaksbergen en Enschede bleef gehandhaafd tot 1972, waarna de Museum Buurtspoorweg (MBS) de lijn ging gebruiken. Inmiddels is alleen het gedeelte tussen Haaksbergen en Boekelo nog bij de MBS in gebruik.
De enige andere voormalige GOLS-lijn die nog in gebruik is, is de lijn Winterswijk – Doetinchem – Zevenaar, tegenwoordig in exploitatie bij Syntus.