Etnobotanie
Etnobotanie is de studie van de relatie tussen planten en mensen. Het is afgeleid van “etno” (studie van mensen) en “botanie” (studie van planten). Etnobotanie wordt beschouwd als een onderdeel van de etnobiologie. Etnobotanie bestudeert de de complexe relaties tussen (gebruik van) planten en culturen. Etnobotanie richt zich op hoe planten werden of worden gebruikt in menselijke samenlevingen en omvat planten gebruikt voor voeding, geneeskunde, voor de bouw, gereedschappen, geld, kleding, rituelen, sociaal leven en muziek.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis van etnobotanie
Hoewel de term “etnobotanie” pas in 1895 werd geïntroduceerd door de Amerikaanse botanicus John Harshberger begint de geschiedenis van het vakgebied lang voor die tijd. In 77 voor Christus publiceerde de Griekse chirurg Pedanius Dioscorides "De Materia Medica", wat een catalogus was van circa 600 plantensoorten in het Middellandse-Zeegebied. Er was informatie in opgenomen over hoe de Grieken de planten gebruikten en dan met name voor geneeskundige toepassingen. Dit geïllustreerde kruidenboek bevatte informatie over hoe en wanneer elke plant werd verzameld, eventuele giftigheid, gebruikstoepassingen en de eventuele eetbaarheid (het bevatte zelfs recepten). Dioscorides benadrukte het mogelijke economische belang van planten. Generaties geleerden studeerden in dit kruidenboek, maar waagden zich tot na de Middeleeuwen niet in het veld.
In 1542 leidde de renaissancist Leonhart Fuchs de weg terug naar het veld. Zijn "De Historia Stirpium" beschreef 400 planten die inheems zijn in Duitsland en Oostenrijk.
John Ray (1686 - 1704) gaf de eerste definitie van een “soort” in zijn "Historia Plantarum": een soort is een verzameling van individuen die door voortplanting aanleiding geven tot nieuwe individuen die vergelijkbaar zijn met henzelf.
In 1753 schreef Carolus Linnaeus zijn "Species Plantarum", waarin informatie was opgenomen over 5900 plantensoorten. Linnaeus werd wereldberoemd met de introductie van de Binomiale nomenclatuur, waarin elke soort (mineraal, plant of dier) een naam uit twee delen krijgt (geslacht, soort).
In de negentiende eeuw vond het hoogtepunt van de botanische ontdekkingsreizen plaats. Alexander von Humboldt verzamelde gegevens van over de hele wereld en James Cook bracht informatie mee van planten uit de zuidelijke Grote Oceaan. In deze tijd werden grote botanische tuinen opgericht zoals Kew Gardens.
Edward Palmer verzamelde van de jaren zestig tot de jaren negentig van de negentiende eeuw artefacten en botanische specimens van mensen in het westen van Noord-Amerika (Great Basin) en Mexico.
Toen er genoeg gegevens waren verzameld is de studie van het werkgebied van de "inheemse botanie" uitgevonden. Inheemse botanie is de studie van de flora die inheemsen gebruiken voor voeding, geneeskunde, weefsels, versieringen etcetera.
De eerste persoon die het emische perspectief van de plantenwereld bestudeerde was de Duitse natuurkundige Leopold Glück die aan het eind van de negentiende eeuw werkte in Sarajevo. Zijn publicatie uit 1896 over traditionele geneeskundige toepassingen van planten door de mensen op het platteland in Bosnië kan worden beschouwd als het eerste moderne etnobotanische werk.
Andere geleerden analyseerden toepassingen van planten met een inheems/lokaal perspectief aan het begin van de twintigste eeuw zoals Matilda Coxe Stevenson (Zuni plants, 1915), Frank Hamilton Cushing (Zuni foods, 1920) en de gezamenlijke aanpak van Wilfred Robbins, JP Harrington en Barbara Freire-Marreco (Tewa pueblo plants, 1916).
[bewerk] Moderne etnobotanie
Aan het begin van de twintigste eeuw verschoof het veld van de etnobotanie van het ruw verzamelen van gegevens tot een grotere methodologische en conceptuele heroriëntatie. Dit was ook het begin van de academische etnobotanie.
Vandaag de dag vereist het werkgebied van de etnobotanie een aantal vaardigheden: botanische training voor het identificeren en preserveren van plantenspecimens, antropologische training om de culturele concepten rond de perceptie van planten te kunnen begrijpen, maar ook simpelweg hoe men vragen moet stellen in verschillende culturen (interpersoonlijke vaardigheden verkrijgen), taalkundige trainingen om in ieder geval lokale termen te kunnen transcriberen en inheemse morfologie te kunnen begrijpen, syntax en semantiek.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Literature
- Cotton, C.: Ethnobotany
- Martin, G.: Ethnobotany
- Alexiades, M.: Selected guidelines for ethnobotanical research: A field manual
[bewerk] Externe links
- Instituut voor etnobotanie en zoöfarmacognosie
- Society for Economic Botany
- International Society of Ethnobiology
- Society of Ethnobiology
- Journal of Ethnobiology and Ethnomedicine
- Amazon Conservation Team
- Journal of Ethnobotany Research and Applications
- Complete list of links to ethnobotanical professional journals, associations, and databanks