Cunobelin
Cunobelin Mythische Britse koningen Het tweede huis van Cornwall |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|
' |
||||||
|
||||||
Persoonlijke gegevens | ||||||
|
||||||
Dit artikel is deels gebaseerd op Geoffrey van Monmouth's Historia Regum Britanniae. Deze informatie blijkt niet altijd even accuraat, en soms in tegenspraak met andere bronnen. Er kunnen in dit artikel zaken staan die in tegenspraak zijn met andere artikelen. |
Cunobelin (Ook wel: Cymbeline, Welsh: Kynvelyn, Latijn: Cunobelinus) was volgens de legende, zoals beschreven door Geoffrey van Monmouth, koning van Brittannië, tijdens de Romeinse bezetting. Hij was koning uit de Keltische Catuvellauni stam, zoals beschreven in Romeinse bronnen.
Cunobelin was de zoon van koning Tasciovanus, en zou door William Shakespeare worden gebruikt als inspiratie voor diens toneelstuk Cymbeline.
[bewerk] Geoffrey van Monmouth
Monmouth schrijft in zijn Historia Regum Britanniae dat Cymbeline een krachtige krijger was, opgevoed aan het hof van keizer Augustus, en zijn land was uitgerust met Romeinse wapens. Cunobelin stond op goede voet met Rome, en de jaarlijkse betalingen werden punctueel uitgevoerd uit respect, en niet omdat ze afgedwongen waren.
[bewerk] Andere bronnen
Andere bronnen vermelden, in tegenstelling tot Monmouth's geschriften, dat tijdens de heerschappij van Cunobelin en zijn zoon Caratacus de Catuvellauni regelmatig in conflict kwamen met lokale stammen. Hij was een krachtige vijand van Rome, en ondersteunde de druïdes van Anglesey, die in die tijd een krachtige Rome-opponent waren, financieel. Tevens bood Cunobelin onderdak aan gevluchte Gallische krijgers. Dank zij de legendarische kracht van Cunobelin blies de Romeinse keizer Caligula een invasie af in het jaar 40. In datzelfde jaar zorgde Cunobelin voor het afzetten van de pro-Romeinse koning van de Atrebaten, Verica. Verica vluchtte naar Rome, waar hij steun zocht bij keizer Claudius. Dit incident was een belangrijke factor in Claudius' beslissing om een invasie uit te voeren in Brittannië in het jaar 43, vlak na Cunobelin's dood.
Het is niet duidelijk waarom de bronnen verschillende versies vermelden van Cunobelin's leven.
De heerschappij van Cunobelin duurde ergens tussen 10 en 32 jaar. Er wordt gezegd dat hij de macht overdroeg aan zijn zoon Togodumnus, alhoewel hij nog twee andere zonen had: Caratacus en Arvirargus.
Cunobelin's naam is in de geschiedenis vastgelegd in de naam van een groep dorpen in Buckinghamshire: the Kimbles.