Centrifuge
Een centrifuge of droogzwierder is een apparaat dat gebruikt wordt om gemengde stoffen te scheiden door het uitoefenen van een centrifugale kracht op een oplossing.
[bewerk] Werking
In principe is een centrifuge een motor die een as laat ronddraaien – aan de as kunnen containers met oplossingen gehangen worden. Door de draaiende beweging werkt een kracht op de stoffen in de containers. Deze kracht is gedeeltelijk gericht op de stoffen in het mengsel en wel in de richting van de bodem van de containers. De centrifugale kracht werkt hierdoor als een sterkere versie van de zwaartekracht en zorgt voor een versnelde sedimentatie van de stoffen in de oplossing.
Na de sedimentatie kan de vloeistof voorzichtig afgegoten worden, waarna het sediment overblijft.
[bewerk] Toepassingen
Er zijn verschillende soorten centrifuges in gebruik, voor verschillende doeleinden. Ziekenhuizen gebruiken "normale" centrifuges om bloed en andere monsters te scheiden voor analyse. Zeer snel roterende centrifuges, de zogenaamde ultracentrifuges, worden gebruikt om macromoleculen te laten sedimenteren – uit de sedimentatiesnelheden kunnen de moleculaire gewichten geschat worden. Dergelijke ultracentrifuges zijn in 1925 uitgevonden door Theodor Svedberg – die er in 1926 de Nobelprijs voor kreeg.
Ultracentrifuges worden ook gebruikt om isotopen van stoffen te scheiden. Een dergelijke centrifuge kan gebruikt worden om uranium te verrijken voor gebruik als nucleaire brandstof, of nog verder te verrijken tot splijtstof voor kernwapens. Deze verrijkingstechniek wordt onder meer toegepast in de constructie van Pakistaanse atoombommen en werd daartoe gestolen van Urenco in Nederland door Abdul Qadir Khan.
Zeer grote centrifuges worden gebruikt door staaljagerpiloten en astronauten om te oefenen met G-krachten.